fondant
Nederlands
Woordafbreking
- fon·dant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘suikergoed’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
- van het Franse fondre (smelten) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fondant | fondants |
verkleinwoord | fondantje | fondantjes |
Gangbaarheid
- Het woord fondant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fondant' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.