stoomboot
Nederlands
Woordafbreking
- stoom·boot
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘door stoom voortbewogen vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1816 [1]
- samenstelling van stoom en boot [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoomboot | stoomboten |
verkleinwoord | stoombootje | stoombootjes |
Zelfstandig naamwoord
stoomboot v/m
- (scheepvaart) een schip dat met behulp van een stoommachine wordt voortbewogen en heden ten dage alleen nog wordt gebruikt om Sinterklaas uit Spanje te transporteren
Afgeleide begrippen
- stoombootketel, stoombootmaatschappij, stoombootrederij
Vertalingen
1. een schip dat met behulp van stoom wordt voortbewogen
Gangbaarheid
- Het woord stoomboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stoomboot' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.