Walter von Reichenau
Walter von Reichenau (Karlsruhe, 8 oktober 1884 – Leipzig, 17 januari 1942) was een Duits generaal-veldmaarschalk en nationaalsocialistische oorlogsmisdadiger.
Walter von Reichenau
| ||
Walter von Reichenau in 1941 | ||
Geboren | 8 oktober 1884 Karlsruhe, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 17 januari 1942 Leipzig, Nazi-Duitsland | |
Rustplaats | Invalidenfriedhof Berlijn[1][2][3][4]; veld F-rij 2-graf 3 | |
Land/zijde | ||
Onderdeel | ||
Dienstjaren | 1903 - 1942 | |
Rang | Generalfeldmarschall | |
Eenheid | 1. Garde-Feldartillerie-Regiments 47. Reserve-Division (Deutsches Kaiserreich) 7. Kavallerie-Division (Deutsches Kaiserreich) | |
Bevel | 10. Armee 6 augustus 1939 - 10 oktober 1939 6e Leger 10 oktober 1939 - 29 december 1941 Heeresgruppe Süd 1 december 1941 - 12 januari 1942[5] | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Von Reichenau diende tijdens de Eerste Wereldoorlog als kapitein aan het westfront. Na de oorlog bleef hij in de Reichswehr van de Weimarrepubliek. In 1932 werd hij lid van de nazipartij.
Toen Hitler in 1933 de macht kreeg, werd Von Reichenau kabinetschef op het Ministerie van Oorlog onder Werner von Blomberg. Hij fungeerde zo als tussenpersoon tussen de nazipartij en de Wehrmacht. In die hoedanigheid overtuigde Von Reichenau het nazileiderschap dat de macht van Ernst Röhm en zijn SA gebroken moest worden. Dit leidde direct tot de Nacht van de Lange Messen.
In 1935 werd Von Reichenau gepromoveerd tot luitenant-generaal. In september 1939 voerde Von Reichenau het bevel over het Tiende Leger tijdens de Poolse Veldtocht en in 1940 leidde hij het Zesde Leger tijdens Fall Gelb en de Slag om Frankrijk. Hierop werd hij in juli 1940 gepromoveerd tot veldmaarschalk.
Tijdens Operatie Barbarossa bleef hij het bevel voeren over het Zesde Leger dat onder andere de steden Kiev en Charkov innam. Hij spoorde zijn manschappen aan tot het vermoorden van de Joden en is direct verantwoordelijk voor het doden van een groep van negentig Joodse kinderen uit Blejaja Zerkov, wier ouders al eerder waren vermoord.
In januari 1942 kreeg von Reichenau een hersenbloeding en werd besloten hem over te vliegen naar een hospitaal in Duitsland. Tijdens een tussenlanding in Lemberg kreeg hij een hartaanval en na verder transport naar Leipzig bleek de generaal-veldmaarschalk te zijn overleden.
Militaire loopbaan
- Leutnant: 18 augustus 1904
- Oberleutnant: 18 augustus 1912
- Hauptmann: 28 november 1914
- Major: 1 juli 1923
- Oberstleutnant: 1 april 1929
- Oberst: 1 februari 1932[5]
- Generalmajor: 1 februari 1934[5]
- Generalleutnant: 1 oktober 1935[5]
- General der Artillerie: 1 oktober 1936[5]
- Generaloberst: 1 oktober 1939[5]
- Generalfeldmarschall: 19 juli 1940[5]
Decoraties
- Ridderkruis op 30 september 1939 als General der Artillerie en Opperbevelhebber van het 10. Armee[6][5]
- IJzeren Kruis 1914, 1e en 2e klasse
- Kroonorde (Pruisen), 4e klasse
- Ridderkruis in de Huisorde van Hohenzollern met Zwaarden
- Ridderkruis in de Frederiks-Orde
- Hanseatenkruis van Hamburg
- Kruis voor Militaire Verdienste (Oostenrijk-Hongarije), 3e klasse met Oorlogsdecoratie
- Herhalingsgesp bij IJzeren Kruis 1939, 1e en 2e klasse[5]
- Anschlussmedaille met gesp „Prager Burg“[5]
- Erekruis voor de Wereldoorlog[5]
- Dienstonderscheiding van Leger en Marine (Duitsland) voor (4, 12, 18 en 25 dienstjaren)[5]
- Medaille Winterschlacht im Osten 1941/42
- Hij werd eenmaal genoemd in het Wehrmachtbericht. Dat gebeurde op 21 september 1941
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie de categorie Walter von Reichenau van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |