Nacht van de Lange Messen

Tijdens de Nacht van de Lange Messen (30 juni - 2 juli 1934), in Duitsland veelal bekend als de Röhm-Putsch, werd de hele top van de Sturmabteilung (SA), het partijleger van de Duitse nazipartij Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP), vermoord door de Schutzstaffel (SS) van Heinrich Himmler. Hitler en zijn getrouwen wilden hiermee hun absolute macht in Duitsland consolideren.

SA-leider Ernst Röhm werd geliquideerd, maar ook vooraanstaande leden van de linkse Strasserist-factie van de Nazipartij met hun boegbeeld Gregor Strasser, evenals prominente anti-nazi's, zoals de voormalige rijkskanselier Kurt von Schleicher en Gustav von Kahr, die Hitlers Bierkellerputsch hadden onderdrukt in 1923.

Ook de Reichswehr, niet-nazi's binnen de regering, rijkspresident Von Hindenburg en de Duitse grootindustriëlen vonden dat de invloed van de SA moest worden ingeperkt.

Redenen

Na de machtsovername in Duitsland door de NSDAP waren er verschillende partijen die om diverse redenen de SA het liefst zagen verdwijnen.

Hitler

Hitler had vanaf het begin van de machtsuitbreiding van de SA onder Ernst Röhm al conflicten met hem over wie de feitelijke leider van de nationaalsocialisten was. Röhm zag de nazipartij, de NSDAP, als een soort politieke tak van de SA, hooguit gelijkwaardig, maar zeker niet superieur aan de SA. Hitler en de partij zagen daarentegen de SA als de paramilitaire vleugel van de partij, die Hitler gehoorzaamheid verschuldigd was. Al vanaf de jaren 1920 waren er dan ook geregeld botsingen geweest tussen de NSDAP en de SA, die tot dusverre altijd binnenskamers waren opgelost.

De oorspronkelijke taak van de SA was intimidatie van tegenstanders en bescherming van NSDAP-leden. Na de machtsovername van 1933 waren deze tegenstanders uitgeschakeld en had Hitler de SA eigenlijk niet meer nodig. De SA, met 4 miljoen leden en een harde kern van fulltimesoldaten, was echter vele malen groter dan de Reichswehr. Zelfs de NSDAP was qua ledental niet zo groot als de SA. Daarnaast doken in de SA, naast de gebruikelijke boksbeugels en ploertendoders, ook revolvers en andere vuurwapens op. Er was sprake van wapendepots waar de Reichswehr en zelfs de NSDAP niet van op de hoogte waren. Hitler besefte dat als hij niet ingreep nu het nog kon, Röhm hem weleens de macht kon ontnemen over de partij en daarmee over Duitsland.

Duitse leger

Het reguliere Duitse leger, de Reichswehr, zag in de SA een ongewenste concurrent en werd hierin niet bepaald gerustgesteld door Röhms uitlatingen. De ambities van Röhm om van het partijleger in de totalitaire nazi-staat ook het landsleger te maken, zinden noch Hitler – die het gedisciplineerde leger met zijn talentvolle generaals prefereerde boven de ongeregelde troepen van de SA – noch uiteraard de legertop van de Reichswehr.

Concurrerende nazileiders

Binnen de hogere regionen van de NSDAP was de concurrentiestrijd moordend. Partijbonzen als Göring, Himmler en Goebbels speelden in op de weerzin van Hitler tegen Röhm en de SA, en zagen concurrent Röhm graag verdwijnen. Ze werkten maar al te graag mee aan plannen om Röhm uit te schakelen. Himmler maakte gebruik van deze kans door de autoriteit over de Gestapo te claimen, die Göring hem graag gaf als tegenwicht tegen Röhm. Himmler liet verder zijn SS maar wat graag het vuile werk opknappen om zo nog verder bij Hitler in de gunst te komen.

Het groot-kapitaal

Röhm was bovendien met zijn SA een vertegenwoordiger van de socialistische vleugel van de beweging. Veel SA-mannen waren werkloos of waren dat geweest. Bovendien konden SA-mannen, zelfs nu de NSDAP aan de macht was, moeilijk aan werk komen. Omdat ze een slechte reputatie hadden, wilden werkgevers hen meestal niet aannemen. Binnen de SA heerste dan ook weerzin tegen industriëlen, bankiers en de gevestigde orde. Hitler zag daarentegen meer in een samenwerking met het establishment en wilde kopstukken als Schacht, Thyssen en Krupp niet van zich vervreemden. Achteraf steunden dus ook de grootindustriëlen de liquidatie van de SA-top.

Het conflict

Röhm en zijn SA vertoonden tekenen van eigenzinnigheid en werden te machtig, waardoor ze een potentieel gevaar waren. Hitler trachtte aan de ene kant de ongebreidelde machtstoename van de SA in te dammen door hen onder andere hun bevoegdheid als hulppolitie in Pruisen af te nemen. Aan de andere kant besefte hij dat de NSDAP Röhm wel ergens tegemoet moest komen. Röhm werd uiteindelijk als troost in december 1933 benoemd tot minister zonder portefeuille. Röhm betoogde echter in het openbaar dat zijn ministerschap de eerste stap was op weg naar een SA-ministerie, waarbij in de toekomst wellicht het ministerie van Oorlog zou worden ingelijfd.

Ook latere bemiddelingspogingen hadden geen succes. Er ontstond verwijdering tussen Hitler en Röhm, hoewel ze naar buiten toe de façade van wederzijdse trouw ophielden. In een samenzijn met vertegenwoordigers van Reichswehr, SA en NSDAP trachtte Hitler een compromis voor te stellen, maar diens uitlating dat de mannen van de Reichswehr de enige wapendragers in Duitsland mogen zijn viel slecht bij de SA-top. De SA gaf een eigen ledenblad uit waarin vanaf begin 1934 Hitler nauwelijks nog werd genoemd en waarin Röhm als leider bewierookt werd.

In de zomer van 1934 was de maat vol. De SA was niet meer te houden en had zelfs al SS- en NSDAP-kantoren aangevallen. Hitler verkoos uiteindelijk de gedisciplineerde, geoefende Reichswehr met talentvolle commandanten als Heinz Guderian boven de ongecontroleerde knokploeg die de SA was. Hiertoe werd in de lente van 1934 een officieuze deal met het leger gesloten toen bleek dat de oude president Von Hindenburg stervende was.

Een ongelukkige uitspraak van Röhm, doorgebriefd door Viktor Lutze, werd aangegrepen om het zuiveringsbesluit te rechtvaardigen. Naarstig werd naar ander belastend bewijs gezocht en desnoods gefabriceerd, zodat ten slotte een volledig verzonnen motief werd aangevoerd: Röhm zou met steun van de Franse ambassadeur André François-Poncet een coup voorbereiden tegen Hitler. Ook Kurt von Schleicher en Gustav von Kahr zouden hierbij betrokken zijn, hoewel zij noch lid van de SA noch van de NSDAP waren. De top van de SA zou betrokken zijn en zou op een bijeenkomst op 30 juni 1934 de plannen voor deze coup beramen. Praktische achtergrond voor het tijdstip was dat alle SA-topfunctionarissen bij elkaar zouden komen terwijl hun achterban grotendeels met vakantie of verlof zouden zijn.

De liquidaties

Een aantal SA-leiders werd gearresteerd op een bijeenkomst, maar Röhm werd van zijn bed gelicht, evenals Edmund Heines, die in gezelschap zou zijn geweest van een 18-jarig lid van de Hitlerjugend. Dat Röhm homo was, werd later een van Hitlers belangrijkste beschuldigingen, hoewel Hitler al langer bekend was met diens seksuele voorkeur en hier eerder nooit een probleem van had gemaakt. Er zijn bronnen die uitgaan van een vervalsing uitgedacht door Reinhard Heydrich om Röhm opzettelijk met valse documenten te compromitteren en zo uit te schakelen. Bij de bestorming van het hotel waar Röhm verbleef, zou ook Adolf Hitler zelf persoonlijk aanwezig zijn geweest. De Führer met zijn aanhang zocht het kamernummer en vervolgens stormde men binnen. De verbaasde Röhm zag aan zijn bed Adolf Hitler zelf staan die schreeuwde: “Eruit!”. Röhm werd vervolgens opgepakt en naar een gevangenis afgevoerd.

Röhm werd tijdens het weekend in een cel opgesloten terwijl Hitler nadacht over wat hij met hem zou doen. De stap om hem dood te laten schieten durfde hij blijkbaar niet te nemen wegens het mogelijke gezichtsverlies voor de NSDAP en een eventuele opstand binnen de SA. Uiteindelijk legden SS-mannen op 2 juli 1934 in opdracht van Hitler een revolver in Röhms cel, tezamen met de nieuwste editie van de Völkischer Beobachter, die de gebeurtenissen van het weekend beschreef. Men hoopte dat Röhm hierdoor zelfmoord zou plegen. Of Röhm de laatste tien minuten van zijn leven de krant nog heeft gelezen is niet bekend. Röhm riep volgens sommige lezingen: “Als Adolf me dood wil hebben, moet hij me zelf maar neerschieten!” Volgens andere lezingen bleef hij zwijgend zitten en raakte hij het pistool niet aan. Hierop drongen SS'ers zijn cel binnen en schoten hem dood.

Veel SA-mannen werden in de voormalige cadettenschool van Berlijn-Lichterfelde doodgeschoten. De meesten, niet wetende wat er gaande was, waren ervan overtuigd dat ze slachtoffer waren van een communistische staatsgreep en stierven met de woorden “Heil Hitler!” op de lippen.

Ondanks het woord 'nacht' duurden de arrestaties en de liquidaties bij elkaar een lang weekend, van 30 juni tot en met de dood van Röhm op 2 juli.

Gevolgen

De SA-kaders werden gezuiverd, evenals het ledenbestand. Binnen enkele maanden nam dit met 40% af en de daling zette zich voort. Het restant verklaarde zich loyaal aan Hitler en stond vanaf dit moment onder bevel van Viktor Lutze, die hiermee beloond werd voor zijn trouw aan Hitler. De SS nam de paramilitaire rol van de SA over.

De Generale Staf van de Reichswehr dacht met deze zet een concurrent te hebben uitgeschakeld en Hitler voor hun karretje te hebben gespannen. Hitler bleek echter het leger voor zijn karretje te hebben gespannen en dwong de eigenzinnige legertop tot onvoorwaardelijke volledige gehoorzaamheid. Na de Blomberg-Fritschaffaire in 1938 werden de meest eigenzinnige kopstukken uit de Generale Staf verwijderd of gedegradeerd, ten gunste van generaals als Alfred Jodl en Wilhelm Keitel die geen vragen stelden maar gehoorzaamden.

Zo werd het leger als Wehrmacht het enige niet-genazificeerde instituut in het Derde Rijk, al werd de eed van trouw aan de Führer direct bij de oprichting in 1934 na de dood van Rijkspresident Paul von Hindenburg ingevoerd. Later zou Hitler wel een begin maken met de uitbouw van de Waffen-SS, die geleidelijk de Wehrmacht moest vervangen als geïdeologiseerde legermacht. Dit proces was echter in mei 1945 nog niet voltooid.

Slachtoffers

Hieronder volgt een lijst van bekende slachtoffers van de Nacht van de Lange Messen.

Naam Functie Foto
Herbert von Bosemedewerker van Franz von Papen
Ferdinand von BredowGeneraal-majoor, naaste medewerker van Kurt von Schleicher
Georg von Dettenlid van de Rijksdag, SA-Gruppenführer van de OSAF (Oberste SA-Führung)
Karl Ernstlid van de Rijksdag, SA-Gruppenführer
Fritz Gerlichpublicist
Alexander Glaseradvocaat, lid van de Katholischen Aktion
Hans Haynlid van de Rijksdag, SA-Gruppenführer van Saksen
Edmund HeinesSA-Obergruppenführer in Breslau
Peter von Heydebrecklid van de Rijksdag, SA-Gruppenführer
Anton von Hohberg und BuchwaldSS-Obergruppenführer, het enige SS-slachtoffer, geliquideerd in opdracht van Obergruppenführer Von dem Bach-Zelewski
Edgar Julius Jungadvocaat, auteur van de "Marburg-toespraak" van Franz von Papen
Gustav von Kahrvoormalig premier van Beieren, tegenstander van Hitler tijdens de Bierkellerputsch
Dr. Kuno Kamphausenarchitect, lid van de Deutsche Zentrumspartei
Eugen von Kesselvoormalig politie-officier, directeur van een eigen persbureau
Erich KlausenerMinisterialdirektor van het Pruisisch ministerie van binnenlandse zaken, leider van de Katholischen Aktion
Hans-Karl Kochlid van de Rijksdag, SA-Brigadeführer in de Westmark
Fritz von Krausserlid van de Rijksdag, stafchef van de OSAF
Adalbert Probstleider van het Deutsche Jugendkraft-Sportverbands (Katholieke sportbond)
Hans Ramshornlid van de Rijksdag, SA-Brigadeführer in Opper-Silezië en politiechef van Gleiwitz
Ernst RöhmSA-stafchef
Paul RöhrbeinSA-kapitein, leider van de Eerste-SA van Berlijn
Alfons Sackadvocaat in het Rijksdagbrandproces
Elisabeth von Schleichervrouw van Kurt von Schleicher
Kurt von Schleichervoormalig Rijkskanselier
Willi SchmidMuziekrecensent van de Muenchener Neuste Nachrichten (per abuis vermoord omdat hij voor iemand anders werd aangezien)
Ludwig SchmittSA-Gruppenführer in Hochland, perschef bij het ministerie van binnenlandse zaken van Beieren
August Schneidhuberlid van de Rijksdag, politiechef van München
Johann Konrad Schragmüllerlid van de Rijksdag, politiechef van Maagdenburg
Emil Sembachlid van de Rijksdag, ex-SS-Oberführer
Pater Bernhard Stempflevoormalig priester, voormalig gevangene in de gevangenis van Landsberg, vermeend redacteur van Mein Kampf
Gregor Strasserhooggeplaatst NSDAP-lid, oprichter van de Berlijnse SA
Gerd Voßadvocaat van Gregor Strasser
Ernestine Zorefmaîtresse van baron Paul Edmund von Hahn

Wetenswaardigheden

Vermoedelijk is de term Nacht van de Lange Messen afkomstig uit het Romeinse Rijk waar verraders met lange messen terecht werden gesteld. De term wordt vaak metaforisch gebruikt als een vereniging, regime of partij een interne afrekening houdt. Toen bijvoorbeeld in 1962 de Britse premier Harold MacMillan zijn halve kabinet naar huis stuurde, sprak de pers van de nacht der lange messen.

Een van de bekendste films waarin de Nacht van de Lange Messen voorkomt is La caduta degli dei van Luchino Visconti.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.