Sigaar
Een sigaar is een genotmiddel voor rokers, meestal vervaardigd uit een mengsel van tabakssoorten die afkomstig zijn uit landen zoals Brazilië, Cuba, Dominicaanse Republiek, Honduras, Nicaragua, Java, Mexico en Sumatra. Sigaar is waarschijnlijk afgeleid van cigarra, Spaans voor 'sprinkhaan'. Een andere, minder waarschijnlijke lezing is dat het woord teruggaat op zikar, een Maya-woord dat 'roken' betekent.
Sigaar vs. sigaret
Er zijn verschillen tussen het sigaren- en sigarettenroken, in die zin dat een sigaar veel meer tijd in beslag neemt (doorgaans gaan ze ten minste drie kwartier mee), maar ook dat sigarenrook niet bestemd is om te inhaleren. Waar sigaretten dus vooral voor de longen schadelijk zijn, werken sigaren op de keel in. Daarnaast dient een sigaar in het algemeen niet zozeer tot bevrediging van de nicotinezucht - hoewel dit ongetwijfeld een rol speelt - maar heeft als doel een specifieke smaak in de mond af te scheiden, waardoor verschillende sigaren zich van elkaar onderscheiden, op een uitgesprokener wijze dan bij sigaretten. Een ander groot verschil is de temperatuur van een sigaar, deze is aanzienlijk hoger dan een sigaret
Verschijningsvormen
Sigaren zijn te onderscheiden in twee soorten: Long Fillers en Short Fillers (en een klein deel Medium Fillers). Bijna alle typen zijn opgebouwd uit het binnengoed, het omblad en het dekblad. Het binnengoed van een Long Filler bestaat uit opgerolde tabaksbladeren waaruit de hoofdnerf is verwijderd (zgn. frog-legs), in tegenstelling tot Short Fillers: het binnengoed van deze sigaren bestaat uit korte stukjes (verknipt) tabak, veelal uit verschillende streken afkomstig.
Long Fillers dienen goed geconserveerd te worden (in een zogenoemde humidor), tussen de 68-72% luchtvochtigheid. De temperatuur is minder relevant. Wanneer het percentage lager dan 60% wordt, wordt de Long Filler droog, breekt gemakkelijk, brandt te snel en smaakt te scherp. Bij percentages hoger dan 72% brandt de sigaar lastiger, echter is de smaak voller. Bij percentages hoger dan 80% begint de schimmelvorming op de sigaren (niet te verwarren met bloem).
Short Fillers worden meestal in landen gemaakt waar tabak niet groeit, maar slechts wordt overgeslagen (in de haven). Denk aan merken als Ritmeester, Hajenius, Olifant, en dergelijke. Uitzonderingen hierop zijn sigaren uit bijvoorbeeld Brazilië en Indonesië (hier wordt de tabak verbouwd en de sigaar geproduceerd). Short Fillers dienen niet vochtig gehouden te worden (hoewel vaak anders beweerd wordt), hoeven vaak niet geknipt te worden en hebben een andere smaak dan Long-Fillers. Een short-filler is het beste gebaat bij een luchtvochtigheid van ongeveer 65%.
Een Short Filler bestaat in verschillende formaten.
- De cigarillo of spriet is een smalle, dunne sigaar. Sommige cigarillo's hebben een filter.
- De señorita is in Nederland het bekendste en meest gerookte model. Meestal een lengte van ongeveer tien centimeter, en een centimeter dik.
- De wilde cigarro, een bekend formaat sigaar. Vroeger werd deze sigaar naar de tabak genoemd die deze sigaar bevat, namelijk Wilde Havanna. Tegenwoordig mag deze naam echter niet meer gebruikt worden. De sigaar is te herkennen aan zijn middelmatige grootte en het flosje aan het uiteinde. De eerste die met dit type op de Nederlandse markt kwam, was het merk Hudson uit Roosendaal. Rookduur ongeveer vijfentwintig minuten.
- De panatella is over het algemeen iets langer dan een señorita maar zit qua dikte tussen een cigarillo en een señorita in.
- De corona wordt vaak 's avonds gerookt, na het diner. Wat langer en dikker dan een señorita, met een rookduur van een klein uurtje tot meer dan twee uur.
- De petit of half corona, deze is iets korter dan de normale corona.
- De tuitknak is een sigaar waarvan het einde taps toeloopt tot een dunne punt. Een beginnersfout bij het roken van de tuitknak is het in de mond nemen van het smalle deel en het aansteken van het eigenlijke mondstuk. Omdat een goede sigaar alleen bij het mondstuk is gelijmd, valt een tuitknak in dit geval snel uit elkaar.
- De bolknak werd gebaseerd op de tuitknak en werd voor het eerst door Ritmeester gemaakt. De bolknak is een taps uitlopend model.
Daarnaast bestaan er nog een aantal iets minder voorkomende formaten.
Designsigaren
Een luxueuze verschijningsvorm zijn de designsigaren. Dit zijn longfillersigaren, die zich uiterlijk onderscheiden door middel van een motief. Vaak wordt hierbij de rand van het dekblad gedoopt in een afwijkende kleur tabakspoeder, waardoor een designrand ontstaat. Dit motief wordt aangebracht met behulp van (tabaks)poeder. Er zijn verschillende werkwijzen:
- (tabaks)poeder op het dekblad matteren.
- De rand van het dekblad in (tabaks)poeder te dopen.
Geschiedenis
Het is bekend dat tabak (Lat. Nicotiana tabacum) in de Nieuwe Wereld reeds lang voor de komst van Columbus als rookwaar werd gebruikt. In het bijzonder de Maya's rolden tabaksbladeren in een vorm die hen ertoe in staat stelde de tabak aan te steken en op te roken. Dit kan als voorloper van de sigaar worden gekenmerkt. De Cubaanse indianen noemden dit een cohiba, nu een zeer duur merk. Tegenwoordig spreekt men op Cuba van tabacos als men een sigaar bedoelt.
Tijdens de koloniale periode ontstond een belangrijke tabakshandel tussen het Caraïbisch gebied en Europa. De Spanjaarden begonnen aan het eind van de 17e eeuw met het planten van tabak, en exporteerden de tabaksbladeren naar de rest van de wereld. Het Verenigd Koninkrijk verbouwde tabak in Virginia, en de tabaksindustrie kwam tijdens het Britse Rijk tot grote bloei.
In Europa was Spanje het eerste land dat sigaren produceerde. In 1717 begon in Sevilla het eerste sigarenfabriekje. Omstreeks 1790 ontstond er een sigarenindustrie in Frankrijk en Duitsland, en pas in 1820 ook in Engeland. Nederland en België (onder meer in Geraardsbergen) volgden, zie Sigarenindustrie (Benelux). De Nederlandse sigarenindustrie begon in 1826 te Kampen. Het betrof toen nog vooral huisnijverheid. De eerste echte sigarenfabriek werd in 1858 te Amsterdam geopend. Naast veel andere plaatsen speelden vooral Eindhoven, Valkenswaard en Veenendaal en natuurlijk Kampen een belangrijke rol.
De specifieke sigarenindustrie kreeg in de 20e eeuw echter behoorlijke concurrentie van de sigaret, die er enerzijds toe heeft geleid dat men sigaren machinaal begon te produceren, teneinde de prijs te drukken, en anderzijds dat de traditioneel vervaardigde sigaren steeds exclusiever (lees: duurder) werden. De eerste sigarenmachines deden in 1924 hun intrede. Deze konden echter nog niet alle stappen van de sigarenfabricage verrichten.
De meeste sigaren worden momenteel in de Verenigde Staten geproduceerd. Nederland is de grootste sigarenexporteur ter wereld, met een exportvolume van 2 miljard sigaren per jaar (gegevens uit 2007). De meeste van deze sigaren worden echter in België vervaardigd.
Fabricageproces
De sigaar bestaat uit versneden tabak, het zogenaamde binnengoed, waaromheen het omblad wordt gerold, een voorbewerkt tabaksblad. Dan heeft men een zogenaamde pop (Z.Ned) of bosje (N.Ned). Hieromheen wordt dan het dekblad gewikkeld, waarna de sigaar compleet is.
De gebruikte tabak werd bevochtigd en het binnengoed werd in het omblad gerold tot een model dat pop werd genoemd. Dit geschiedde in een sigarenmal die bestond uit twintig schuitjes. Vijf gevulde vormen (honderd poppen) werden in een pers gelegd en twee uur lang gedroogd. Daarna werden de poppen een kwartslag gedraaid om naadvorming te voorkomen, dit was het poppendraaien. Als de pop in model was, werden de uitstekende delen afgesneden en hergebruikt in nieuw binnengoed. De pop werd nu handmatig van een dekblad voorzien, dat een kwart of een zesde van een Sumatra-tabaksblad was, dat spiraalsgewijs van het vuureind tot achteren om de pop werd gedraaid. Aangezien de zij-nerven vanuit de hoofdnerf gezien naar links en rechts uitwaaieren en deze zo weinig mogelijk zichtbaar moeten zijn, wordt een sigaar "links" en "rechts" opgedekt. Soms werd de sigaar nog bewerkt door hem onder een blokje te rollen om zo de spanningsverschillen, die zijn ontstaan tijdens het handmatig opdekken, te minimaliseren. Als de sigaar gereed was, ging hij naar de sorteerderij. Daar werden de sigaren door speciale vakmensen op lange tafels gesorteerd op kleur, dit gebeurde in ruimten die werden voorzien van daglicht vanuit het noorden. Dan werden de sigaren geperst en voorzien van een code, om vervolgens enkele dagen in de droogkamer te drogen. Vervolgens werden ze voorzien van het bandje en verpakt in kisten, waarbij de bovenste laag sigaren, de spiegel, een zeer egale kleur moest tonen.
Stukloon was de regel, en omstreeks 1900 nog had iedere sigarenmaker een poppenmaakster in dienst, die van het stukloon moest worden uitbetaald.
Gezondheid
Behalve teer (veroorzaker van de rokershoest), nicotine (de verslavende stof in tabaksrook die onder andere hoge bloeddruk veroorzaakt, en beschadiging en vernauwing van de bloedvaten) en koolmonoxide (zorgt voor een slechtere lichamelijke conditie) zitten er in tabaksrook minimaal 40 andere giftige tot zeer giftige stoffen. Het betreft onder andere nitrosaminen, formaldehyde, arseen, cyanide, aceton, ammoniak, azijnzuur, DDT en benzeen.
Statistische onderzoeken wijzen uit dat roken (mede)verantwoordelijk is voor een groot aantal sterfgevallen. Ziekten die door roken worden bevorderd zijn onder meer ziekten van hart (hartinfarct) en bloedvaten (atherosclerose), ziekten van de luchtwegen (COPD), mondaandoeningen (parodontitis) en kanker (onder meer mondkanker, keelkanker, longkanker, teelbalkanker), beroerte (cerebrovasculair accident), longemfyseem, longontsteking, ziekte van Graves, rugklachten, oorklachten, en etalagebenen. Tevens geeft roken een verhoogde kans op impotentie, erectiestoornissen, beschadiging van de zaadcellen, beschadiging van de eicel, miskraam (kans is 1,5 à 3x zo groot), wiegendood bij baby's, een lager geboortegewicht van pasgeboren baby's, allergische klachten bij kinderen, onvruchtbaarheid, maculadegeneratie, verandering van de gebitskleur (bruine tanden), onfrisse adem, kleurverandering van de handen (vooral de vingers), voortijdige veroudering van de huid (rimpels), verhoogde kans op haaruitval en een minder goede algehele lichamelijke conditie.
Een rokershoest ontstaat als iemand langdurig (fors) rookt. De teer die de longen binnenkomt als er een trekje aan een tabaksproduct wordt genomen (bijvoorbeeld een sigaret), zet zich vast op het longweefsel. In de longen bevindt zich een enorm aantal trilhaartjes. Deze trilhaartjes hebben als taak het uit de longen drijven van met afval vervuild slijm. Zonder deze trilhaartjes hoopt zich allemaal vuil op in de longen.
Nicotine, teer en veel andere stoffen die vrijkomen bij het verbranden van tabak, komen de longen binnen. De agressieve gassen uit tabaksrook dringen door de natuurlijke slijmlaag van de longen door. Deze stoffen tasten de cellen aan; de cellen sterven af. Gevolg is dat vele witte bloedcellen komen helpen om de cellen weer op te bouwen. Bij mensen die veel roken komen er geen normale cellen terug, maar nemen slijmproducerende cellen de lege plaatsen in. Deze produceren zeer veel slijm, waardoor de vervuiling in de longen meegenomen kan worden. De hoeveelheid slijm is echter te groot voor de trilharen; deze kunnen het niet meer aan en raken verlamd. Ook nicotine zorgt ervoor dat de trilharen verlamd raken.
De trilharen voeren het slijm met vuil niet meer af; ze zijn immers verlamd en doen bijna niks meer. De hoeveelheid slijm kan nu alleen nog maar afgevoerd worden door het hoesten, de 'rokershoest'. Vooral 's ochtends hebben rokers er last van: de trilhaartjes die hun werk nog enigszins hebben kunnen doen zijn erin geslaagd een deel van het slijm naar boven te brengen. Dit slijm is klaar om uitgehoest te worden. Veel rokers zullen daarom ook 's ochtends moeten hoesten, meer dan overdag het geval is. Elke keer dat er gehoest wordt, neemt de elasticiteit van het longweefsel af. Op een gegeven moment is de rek bijna volledig uit het weefsel. Deze ziekte heet COPD en kan ernstig invaliderend zijn wanneer er niet gestopt wordt met roken.
Maatschappelijke acceptatie
Op sociaal gebied betaamde het sinds de 19e eeuw niet meer dat een vrouw rookte, en het roken van sigaren in het openbaar werd in victoriaans Engeland ontraden. Heden ten dage zijn deze tendensen aan een omkeer bezig, maar thans heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat roken in elk geval schadelijk is voor de gezondheid, met algemene antirookcampagnes tot gevolg. In de Verenigde Staten, waar de antirookcampagnes al wat langer worden gevoerd doet zich echter wel een opvallend verschijnsel ten faveure van de sigaar voor. New York, waar sinds april 2003 roken in restaurants en cafés verboden is, staat wel de inrichting van speciaal geklimatiseerde Cigar rooms toe. Dit zijn speciale cafés waar naast sigaren ook gewoon sigaretten gerookt mogen worden.
Bekende sigarenrokers
- Winston Churchill naar verluidt rookte hij gemiddeld zo'n 4000 Coronas per jaar.
- Fidel Castro bijna altijd was hij te zien met een Cubaanse Cohiba in zijn mond.
Sigarenmerken
Dat een sigarenmerk bij een bepaald land wordt genoemd, betekent niet dat alle grondstoffen uit die streek afkomstig zijn; dikwijls mengt men tabakssoorten uit verschillende landen. Het land van herkomst van een sigaar duidt dus in feite op de plaats waar de sigaar werd samengesteld. Het aantal sigarenmerken dat ooit geproduceerd is is overigens buitengewoon groot. Sigaren zijn vaak voorzien van een mooi sierbandje dat sigarenbandje wordt genoemd. Dit is een geliefd verzamelobject. Het wordt gewoonlijk in steendruk vervaardigd. In het midden van de vorige eeuw is steendruk vervangen door offsetdruk. Met deze techniek worden tegenwoordig sigarenringen (bandjes) vervaardigd. Naast het drukken worden sigarenringen veredeld met brons en preging (reliëf) om de aantrekkelijkheid van de sigaar te onderstrepen.
Argentinië
Bahamas
Barbados
Brazilië
BelgiëColombia
Costa Rica
CubaWereldwijde merken Wegens een embargo hebben deze merken een Cubaans geproduceerde versie beschikbaar voor niet-VS-landen, en een wereldwijd beschikbare versie geproduceerd buiten Cuba:
Multilocal-merken
Niche-merken
Plaatselijke merken
Peso Cigar merk Deze merken worden enkel verkocht in Cuba en nooit geëxporteerd.
Stopgezette merken Sommige van deze merken worden nog steeds gemaakt, echter niet langer in Cuba.
Dominicaanse Republiek
Ecuador
Egypte
Finland
Griekenland
Honduras
Hongarije
|
Indonesië
Iran
Ierland
Israël
Italië
Mexico
Nederland
Nicaragua
Panama
Peru
Filipijnen
Puerto Rico
Zweden
Zweden was zelfvoorzienend in het produceren van tabaksproducten van 1740 tot 1960, toen ziektes in de gewassen het telen van tabak onmogelijk maakte. De meeste sigaren werden lokaal geproduceerd zonder merknaam of werden vernoemd naar het hotel, de club of winkel waar ze verdeeld werden. Enkele historische merken waren:
Turkije
Tunesië
Verenigde Staten
Venezuela
|
Uitspraken en gezegden
- Hij is de sigaar.
- Het is een sigaar uit eigen doos.
Zie ook
Externe links
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Cigar op Wikimedia Commons. |