Piet Heintunnel

De Piet Heintunnel is een tunnel in Amsterdam-Oost. Hij verbindt het centrum van Amsterdam met het Zeeburgereiland. De tunnel begint bij de Piet Heinkade en de Panamalaan. In het verlengde van de tunnel, op het eiland, ligt de IJburglaan. Deze weg heeft een aansluiting op de Ringweg (A10)-Oost en vormt daar voorbij de belangrijkste verbinding met de wijk IJburg.

Piet Heintunnel
De westelijke ingang in 2010
Algemene gegevens
LocatieAmsterdam
Coördinaten52° 22 NB, 4° 57 OL
Lengte totaal1900 m
Lengte gesloten deel1490 m
Bouw
Bouwjaar1993
Ingebruikname1997
Gebruik
Wegs114
WaterwegAmsterdam-Rijnkanaal
BijzonderhedenTevens tramtunnel

Portaal    Verkeer & Vervoer

De tunnel is aangelegd in het kader van het "bereikbaarheidsplan" van de stad Amsterdam. Hij heeft een lengte van 1500 meter en bestaat uit drie buizen waarvan er twee bestemd zijn voor het autoverkeer en één voor een dubbelsporige trambaan (IJtram). De tunnel loopt onder het Spoorwegbassin in het Oostelijk Havengebied, en (de "mond" van) het Amsterdam-Rijnkanaal.

De autotunnel is in 1997 in gebruik genomen. De stadsroute s114 (ook wel genoemd de "Oost-corridor") loopt hierdoorheen, dit is de verbinding tussen de Amsterdamse Centrumring (s100) en de Ringweg-Oost. De tunnel komt op het Zeeburgereiland uit op de Zuiderzeeweg, dat is de weg tussen de Schellingwouderbrug en de Amsterdamse Brug. In het verlengde van de tunnel ligt hier de IJburglaan. Deze weg vormt, voorbij de aansluiting Zeeburg (S114) van de Ringweg, de verbinding tussen de stad en IJburg, via de Enneüs Heermabrug.

De tramtunnel werd in 2005 in gebruik genomen voor de IJtram (lijn 26) tussen station Amsterdam Centraal en IJburg, over de Piet Heinkade, de tunnel en de IJburglaan. De tramtunnel loopt direct zuidelijk naast de autotunnel.

Constructie

Voor de bouw is de tunnel uit constructie-overwegingen in vijf delen opgedeeld:

  • de westelijke toerit
  • de westelijke overgangsconstructie
  • de onderwatertunnel
  • de oostelijke overgangsconstructie
  • de oostelijke toerit

De westelijke toerit is als een polderconstructie aangelegd, omdat er hier in de grond een waterdichte kleilaag aanwezig was. De oostelijke toerit is uitgevoerd als open bouwput, waar gebruik is gemaakt van onderwaterbeton. De westelijke overgangsconstructie is uitgevoerd in een bouwkuip met stalen damwanden en een vloer van onderwaterbeton. De oostelijke overgangsconstructie is bijna identiek; omdat deze onder het Amsterdam-Rijnkanaal ligt, is hier echter gebruikgemaakt van buispalen als fundering.

Het echte tunnelgedeelte bestaat uit acht elementen van elk 158 meter lengte, 31,60 meter breed en een interne tunnelhoogte van 4,50 meter. Deze zijn gebouwd in het bouwdok bij Antwerpen, omdat het gebruikelijke bouwdok in Barendrecht bezet was. Bouwen in Antwerpen vereiste echter wel transport over open zee, wat tot dan toe slechts een keer eerder was gedaan, bij de Wijkertunnel.

Referenties

Schot, J. van der (eindred.), Tunnels in Nederland, een nieuwe generatie, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag 2003

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.