Nationaal Park Hoge Kempen

Het Nationaal Park Hoge Kempen is het eerste nationaal park dat door de Vlaamse overheid is opgericht.[1]

Nationaal Park Hoge Kempen
Nationaal park

Situering
LandBelgië
LocatieLimburg
Coördinaten51° 0 NB, 5° 40 OL
Informatie
IUCN-categorieII (Nationaal park)
Oppervlakte127 km²
Opgericht2006
Bezoekers700.000 (in 2010, uitgebreid in 2018 en 2020)
BeheerAgentschap voor Natuur en Bos
Foto's
Heide in de Hoge Kempen
Nationaal Park Hoge Kempen onderdeel van Mechelse heide en vallei van de Ziepbeek
Natura 2000-gebied
Situering
LocatieLimburg
Informatie
Geldende richtlijn(en)Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn
BeheerAgentschap voor Natuur en Bos, particulieren
Site code (Europees)BE2200035 (habitatrichtlijngebied), BE2200727 (vogelrichtlijngebied)
Foto's
Connecterra - hoofdtoegangspoort van het Nationaal Park Hoge Kempen te Eisden
Het Nationaal Park Hoge Kempen gesitueerd op het Kempens Plateau

Beschrijving

Het oorspronkelijke Nationaal Park Hoge Kempen was ongeveer 6700 hectare groot. 3741 hectare van het gebied zijn Europees beschermd als Natura 2000-gebied (habitatrichtlijngebied BE2200035 en overlappend vogelrichtlijngebied BE2200727 'Mechelse heide en vallei van de Ziepbeek'). In 2020 werd het Nationaal Park Hoge Kempen uitgebreid tot 12 742 hectare door toevoeging van verschillende natuurgebieden (Duinengordel, Munsterbos)[2].

Geschiedenis

Het Nationaal Park Hoge Kempen werd op zondag 26 maart 2006 feestelijk geopend. Dit eerste nationaal park in Vlaanderen kreeg vorm binnen het Regionaal Landschap "Kempen en Maasland" (RLKM), in 1990 opgericht in het kader van een offensief natuurbeleid. Het was een van de initiatieven om na de mijnsluitingen in Limburg werk te creëren via het heroriënteren van de economische ontwikkeling in onder meer toeristische richting.

Ligging

Het park ligt in de provincie Limburg op het grondgebied van de gemeenten As, Dilsen-Stokkem, Genk, Lanaken, Maasmechelen en Zutendaal. Het omvat naast uitgestrekte bospercelen ook bestaande beschermde natuurgebieden als de Mechelse Heide, de Vallei van de Ziepbeek, het Ven onder de Berg en de Neerharer Heide.
In 2018 breidde het park met tien vierkante kilometer uit door toevoeging van Klaverberg, terril van Waterschei, Heiderbos, Moorsberg en Opglabbekerzavel. In 2020 werd het park verdubbeld in omvang (6996 hectare extra) door toevoeging van natuurgebieden Duinengordel, Bergerven en Munsterbos op het grondgebied van de gemeenten Maaseik, Bree, Oudsbergen en Bilzen [3][4].

De Hoge Kempen, of het Kempens Plateau, is eigenlijk een grote puinkegel gevormd door keien en stenen uit de Ardennen, die tijdens de IJstijd door de Maas zijn afgezet in het zuidoosten van de Limburgse Kempen, later door zeewinden bedekt met zand.

Daarna ontstond een nieuwe, relatief diep uitgesleten vallei waar de Grensmaas zich een weg zocht door haar eigen puin. De overgang naar het Kempens Plateau, westelijk van de Maasvallei, is erg steil en vormt een trap van gemiddeld 45 meter. Deze steilrand loopt van Opoeteren bij Maaseik in het noorden tot Gellik bij Lanaken in het zuiden. Hij vormt een ononderbroken lijn van ruim 20 kilometer lang, een van de spectaculairste geologische fenomenen in het eerder nogal vlakke Vlaanderen. Ongeveer de helft van deze steilrand situeert zich in het Nationaal Park. De hoogte van het park varieert tussen 45 en 102 m boven de zeespiegel.

Biotopen

De meest voorkomende biotopen zijn naaldbossen en heide. Daarnaast zijn er loofbossen, landduinen, vennen, beken, droogdalen, vijvers, grindplassen en mijnsteenbergen (terrils). Er leven een groot aantal planten- en diersoorten. Enkele typische en/of zeldzame soorten: jeneverbes, gaspeldoorn, rode dopheide, gagel, moeraswolfsklauw, beenbreek, libellen, heideblauwtje, koninginnenpage, veldparelmoervlinder, heikikker, rugstreeppad, gladde slang, levendbarende hagedis, beekprik, zwarte specht, nachtzwaluw, ree.

Visie en werkwijze

De eerste grote uitdaging bij het creëren van dit nationaal park is de ontsnippering van het gebied, wat de levensvatbaarheid van flora en de fauna ten goede zal komen. Het Kikbeek-ecoduct over de autosnelweg E314 in Opgrimbie bij Maasmechelen en het eco-velo-duct over dezelfde snelweg in Zutendaal waren de eerste verwezenlijkingen om dit doel te bereiken. Daarna werd de uit de jaren 60 daterende Toeristische Weg (Weg naar Heiwijck), die door de Mechelse Heide was aangelegd, afgesloten voor doorgaand autoverkeer. Deze 4 km lange weg wordt op termijn een vrijliggend fietspad, onderdeel van het Limburgse fietsroutenetwerk. Ook zal er ten westen van de Kikbeek-ecoduct een "ecovallei" worden gemaakt, waar er dus een viaduct komt voor de E314.[5]

Een andere actie in het kader van natuurherstel in het nationaal park is het herstel van de Kikbeekbron bij Opgrimbie. Nadat de witzand-exploitatie in het brongebied van deze beek stopte, werd het gebied opnieuw ingericht en kreeg de beek een nieuwe bovenloop, met daarbij een regelbare stuw voor onder meer het herstel van het grondwaterpeil in de ruime omgeving. Door de jarenlange exploitatie en de kratervorming was dat peil aanzienlijk gedaald.

Ook bevinden er zich nog een aantal enclaves binnen de grenzen van het park, zoals enkele permanent bewoonde en zonevreemde gebouwen, grind- en zandwinningsgroeven en een industrieterrein. In de komende jaren zullen geleidelijk alle gronden door de Vlaamse overheid opgekocht en geïntegreerd worden in het nationaal park. Inmiddels is 85% van het hele gebied eigendom van de overheid.

Toerisme

De hoofdfunctie van het nationaal park is natuurbehoud, maar recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, mountainbiken, bosspelen, paardrijden, natuurbeleving, natuuronderzoek, ...) is mogelijk, als dit gebeurt zonder schade te berokkenen aan natuur en landschap. Het Nationaal Park Hoge Kempen wordt als één geheel gepresenteerd naar het brede publiek. In elke gemeente wordt een toegangspoort uitgebouwd die een aspect van het nationaal park toelicht.

Na de uitbreiding van 2020 komen er drie extra toegangspoorten:

Een netwerk van 200 km wandelpaden bestaat binnen het nationaal park. Er werden 40 lusvormige wandelingen uitgewerkt met een lengte tussen 3 en 14 km. De start van deze wandellussen bevindt zich aan een van de 6 toegangspoorten. De fietspaden in het nationaal park maken deel uit van het knooppuntennetwerk van het fietsroutenetwerk van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland. Verder bestaat er binnen het nationaal park een netwerk van 140 km meestal onverharde ruiter- en menpaden dat aansluit op het ruiter- en menroute Limburgse Kempen. Deze zijn georganiseerd via een knooppuntensysteem gelijkend op het fietsknooppuntennetwerk.[6]

Met Europese steun zijn "Rangers" opgeleid die de verschillende soorten bezoekers en recreanten kunnen laten kennismaken met het Nationaal Park in de Hoge Kempen.

Erkenning

Park

In april 2008 mocht projectleider Ignace Schops in San Francisco de Goldman Environmental Prize (de "groene Nobelprijs") in ontvangst nemen. Schops en zijn RLKM-projectgroep krijgen deze prestigieuze prijs voor de originele manier waarop zij, in een relatief dichtbevolkt gebied, een grote oppervlakte waardevolle natuur wisten te beschermen. Het is een erkenning voor het concept dat natuur, landbouw, economie en toerisme wil integreren. Op 7 mei 2008 werd hij hiervoor gehuldigd in het Europees Parlement, ook als een voorbeeld-project waar publieke overheid en privé-initiatief samenwerken.

Erfgoed

Nadat in 2012 negen betrokken gemeentebesturen, de provincie Limburg en de Vlaamse overheid daartoe een intentieverklaring tekenden, diende het Nationaal Park in 2018 namens de Vlaamse Overheid een aanvraag tot erkenning als Werelderfgoed in bij UNESCO. In de aanduiding komen het transitiekarakter en de culturele dimensie van het park en het omliggende gebied nadrukkelijk naar voren: Hoge Kempen Ruraal-Industrieel Transitie Landschap. De gevraagde erkenning betreft dus een groter gebied dan het park zelf en omvat ook het natuurgebied de Duinengordel, aangrenzende bijzondere groene stadswijken, tuinwijken, en enkele voormalige steenkoolmijnen en daarmee verbonden erfgoed (Winterslag, Waterschei, Zwartberg en Eisden). De Commissie voor het Werelderfgoed zal op een van zijn volgende jaarlijkse zittingen de kandidatuur evalueren.[7][8]

Ecologie en economie

De Nederlandse sociaal geograaf Tom Bade becijferde in zijn publicatie "Hoge Kempen, hoge baten" het economisch rendement van het nationale park. Het Park schiep 5100 arbeidsplaatsen in de zes gemeenten waar ook de "poorten" gevestigd zijn. Het betreft personeel in verzorgingsinstellingen, landbouw en horeca. De jaarlijkse omzet bedraagt 191 miljoen euro, goed voor 13 miljoen aan belastingsinkomsten. Daarbij werden de 40 miljoen euro, geïnvesteerd in de voorbije tien jaar door de overheid, in drie jaar tijd terugverdiend. Het Park telt jaarlijks 700.000 bezoekers en draagt bij aan het behoud van de biodiversiteit en het welzijn en de gezondheid van de omwonenden.

Zie ook

Zie de categorie National park Hoge Kempen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.