Luipaardslang

De luipaardslang[2] (Zamenis situla) is een niet-giftige slang uit de familie gladde slangen (Colubridae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carolus Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Coluber Situla gebruikt. De slang behoorde ook al eens tot de geslachten Elaphe, Coluber, Natrix, Coronella en Callapeltis.[3] Hierdoor is de literatuur niet altijd eenduidig over deze soort.

Luipaardslang
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Colubridae (Gladde slangen)
Onderfamilie:Colubrinae
Geslacht:Zamenis
Soort
Zamenis situla
(Linnaeus, 1758)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Luipaardslang op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Uiterlijke kenmerken

De luipaardslang bereikt een maximale lichaamslengte van een meter.[4] Het dier staat bekend als een van de bontst gekleurde Europese soorten; de meeste exemplaren zijn gemakkelijk te herkennen aan de lichtbruine tot grijze basiskleur met meestal twee rijen grote rode tot roodbruine vlekken aan weerszijden van de rug over het gehele lichaam, die dun zwartomzoomd zijn en bij de nek en de staart samensmelten tot een enkele rij. Sommige exemplaren hebben twee rode zwartomzoomde strepen op de rug en er zijn ook exemplaren die een enkele rij zeer grote vlekken hebben, maar de kleur van de vlekken en strepen is meestal hetzelfde. Boven op de kop is een opvallende V-vormige vlek aanwezig.

Leefwijze

Het voedsel bestaat vrijwel alleen uit kleine zoogdieren en soms vogels, die hij door verwurging ombrengt. De juvenielen leven van hagedissen. Als hij bedreigt wordt, zal hij niet aarzelen om te bijten.

Voortplanting

Tijdens de paring bijt het mannetje zijn partner in haar kop of hals en wikkelt zijn lichaam om haar heen. Het legsel bestaat uit maximaal 8 eieren. Het vrouwtje blijft nog enkele dagen bij haar legsel.

Verspreiding en leefgebied

De luipaardslang komt voor in zuidoostelijk Europa; Albanië, Bulgarije, Italië, Griekenland, Turkije, Malta, Montenegro, Oekraïne en Servië. De luipaardslang houdt van zonnige plekken op steenhopen en muren met enige vegetatie en is met name te vinden in stenige open gebieden maar niet in bossen. De soort gaat in aantal en verspreidingsgebied langzaam achteruit en is beschermd.

Soorten slangen in Europa
Wormslangen (Typhlopidae):slanke wormslang (Typhlops vermicularis)
Boa-achtigen (Boidae):kleine zandboa (Eryx jaculus)
Gladde slangen (Colubridae):gladde slang (Coronella austriaca) · zuidelijke gladde slang (Coronella girondica) · Dolichophis caspius · pijlslang (Dolichophis jugularis) · Eirenis modestus · vierstreepslang (Elaphe quatuorlineata) · Elaphe sauromates · Algerijnse toornslang (Hemorrhois algirus) · Hemorrhois hippocrepis · Hemorrhois nummifer · Balkantoornslang (Hierophis gemonensis) · geelgroene toornslang (Hierophis viridiflavus) · Macroprotodon brevis · mutsslang (Macroprotodon cucullatus) · adderringslang (Natrix maura) · ringslang (Natrix natrix) · dobbelsteenslang (Natrix tessellata) · Platyceps collaris · Platyceps najadum · trapslang (Elaphe scalaris) · katslang (Telescopus fallax) · Zamenis lineatus · esculaapslang (Elaphe longissima) · luipaardslang (Elaphe situla)
Adders (Viperidae):Pallas' groefkopadder (Gloydius halys) · Levantijnse adder (Macrovipera lebetina) · Macrovipera schweizeri · hagedisslang (Malpolon monspessulanus) · kleinaziatische adder (Vipera xanthina) · zandadder (Vipera ammodytes) · aspisadder (Vipera aspis) · gewone adder (Vipera berus) · Wipneusadder (Vipera latastei) · Vipera renardi · Vipera seoanei · spitssnuitadder (Vipera ursinii)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.