Kleine zandboa

De kleine zandboa[1] (Eryx jaculus) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carolus Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Anguis Jaculus gebruikt.[2]

Kleine zandboa
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Booidea
Familie:Boidae (Reuzenslangen)
Onderfamilie:Erycinae
Geslacht:Eryx (Zandboa's)
Soort
Eryx jaculus
Linnaeus, 1758
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Kleine zandboa op Wikispecies
Portaal    Biologie
Herpetologie

Verspreiding en habitat

Deze soort komt voor in zuidoostelijk Europa; zuidelijk Griekenland, Bulgarije, Turkije, Albanië en Roemenië. Deze boa is te vinden in droge, open zanderige gebieden met enige vegetatie maar geen bossen. De slang ligt namelijk half ingegraven te wachten op een prooi om deze te verrassen en vanwege de kleur valt de boa alleen in zand niet op.

Uiterlijke kenmerken

De lichaamskleur is dan ook zandkleurig; lichtbruin met een donkerbruine tekening die meestal een kruising is tussen een zigzag- en een nettekening. De kop is rond en stomp en is vaak moeilijk van de staart te onderscheiden. De ogen zijn relatief klein en hebben een verticale pupil.

Algemeen

Het voedsel bestaat uit kleine zoogdieren en vogels maar ook hagedissen worden gegeten. De prooi wordt razendsnel gegrepen als deze te dichtbij komt en de slang vervolgens uit het zand omhoog schiet. Als een prooi wat groter is wordt deze eerst gewurgd en dan pas doorgeslikt. De kleine zandboa is een echte bodembewoner die niet klimt. De boa is eierlevendbarend, er worden geen eieren afgezet maar de jongen komen geheel ontwikkeld ter wereld.

Bronvermelding

Soorten slangen in Europa
Wormslangen (Typhlopidae):slanke wormslang (Typhlops vermicularis)
Boa-achtigen (Boidae):kleine zandboa (Eryx jaculus)
Gladde slangen (Colubridae):gladde slang (Coronella austriaca) · zuidelijke gladde slang (Coronella girondica) · Dolichophis caspius · pijlslang (Dolichophis jugularis) · Eirenis modestus · vierstreepslang (Elaphe quatuorlineata) · Elaphe sauromates · Algerijnse toornslang (Hemorrhois algirus) · Hemorrhois hippocrepis · Hemorrhois nummifer · Balkantoornslang (Hierophis gemonensis) · geelgroene toornslang (Hierophis viridiflavus) · Macroprotodon brevis · mutsslang (Macroprotodon cucullatus) · adderringslang (Natrix maura) · ringslang (Natrix natrix) · dobbelsteenslang (Natrix tessellata) · Platyceps collaris · Platyceps najadum · trapslang (Elaphe scalaris) · katslang (Telescopus fallax) · Zamenis lineatus · esculaapslang (Elaphe longissima) · luipaardslang (Elaphe situla)
Adders (Viperidae):Pallas' groefkopadder (Gloydius halys) · Levantijnse adder (Macrovipera lebetina) · Macrovipera schweizeri · hagedisslang (Malpolon monspessulanus) · kleinaziatische adder (Vipera xanthina) · zandadder (Vipera ammodytes) · aspisadder (Vipera aspis) · gewone adder (Vipera berus) · Wipneusadder (Vipera latastei) · Vipera renardi · Vipera seoanei · spitssnuitadder (Vipera ursinii)
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.