Economie van de Verenigde Staten

De economie van de Verenigde Staten is de grootste nationale economie ter wereld.[2] Het bruto nationaal product van de Verenigde Staten in 2015 bedroeg 17.947.000 miljoen Amerikaanse dollars tegen de nummer twee van de wereld (China) 10.982.829 miljoen Amerikaanse dollars. Voor een overzicht van alle landen, zie Lijst van landen naar bnp.

Economie van de Verenigde Staten
kader
Munteenheid 1 Dollar ($) = 100 cent (c)
Fiscaal jaar 1 oktober30 september
Handelsorganisaties NAFTA, WTO en OESO
Statistieken
BBP $ 14,62 biljoen (2010 raming)
BBP koopkrachtpariteit (2010) $ 14,72 biljoen
Rang: 2e
Economische groei (BBP) (2010) 2,7%
BBP per hoofd van de bevolking (2010) $ 47.400
BBP per sector (2010) landbouw (1,1%), industrie (22,2%), diensten (76,7%)
inflatiepercentage (2010) 1,4%
Bevolking onder de armoedegrens (2004) 12%
Beroepsbevolking (2010) 154,9 miljoen
Beroepsbevolking per sector (2007) diensten (76,8%), industrie (22,6%), landbouw (0,6%)
werkloosheidspercentage (2007) 4,6%
Belangrijke industrieën aardolie, staal, motorvoertuigen, ruimte- en luchtvaart, telecommunicatie, chemicaliën, elektronica, voedingsmiddelen, consumptiegoederen, hout- en mijnbouw, defensie-industrie
Handelspartners
Export (2010 raming) $ 1,27 biljoen
Belangrijkste partners (2009) Canada 19,4%, Mexico 12,2%, China 6,6%, Japan 4,8%, VK 4,3%, Duitsland 4,1%
Import (2010) $ 1,903 biljoen
Belangrijkste partners (2009) China 19,3%, Canada 14,2%, Mexico 11,1%, Japan 6,1%, Duitsland 4,5%
Openbare financiën
Staatsschuld (2007) $ 10,3 biljoen (2008[1])
Externe schuld (30 juni 2007) $ 12,25 biljoen
Opbrengsten (2007) $ 2,568 biljoen
Uitgaven (2003) $ 2,731 biljoen
Donor van economische hulp (2006) ODA met $ 23,53 miljard
Informatie Alle geldbedragen zijn in Amerikaanse dollars maar in Europese eenheden.
This image compared US states and other countries by GDP approximately in 2012.

Algemeen

De Verenigde Staten zijn rijk aan delfstoffen. De Verenigde Staten bezitten ongeveer 20% van de kolen, 13% van de aardolie, en 24% van de aardgasreserves in de wereld. De olie wordt voornamelijk gewonnen aan de Golf van Mexico, en in de staten Alaska en Texas.

Vanwege de grote grondoppervlakte en het gunstige klimaat is landbouw altijd erg belangrijk geweest voor de Verenigde Staten. Het land is marktleider in de productie van kaas, graan en sojabonen. Andere belangrijke landbouwproducten zijn rundvee, varkens, koemelk, boter, katoen, haver, tarwe, gerst, tabak en suiker; het is de belangrijkste exporteur van de wereld van tarwe en graan en derde van de wereld in de rijstuitvoer. In 1995 was de visserij van de VS vijfde in de wereld in totale productie. Tegenwoordig werkt nog maar 3% van de beroepsbevolking in de landbouw. Dankzij het vlakke terrein in de Mississippivlakte en de Great Plains, bij elkaar ongeveer de helft van het Amerikaanse grondgebied, en het hoge technologische ontwikkelingsniveau is de landbouw vergaand gemechaniseerd en is de productiviteit hoog. Ook door de bosbouw worden veel producten geëxporteerd.

Hoewel het land in het verleden vrijwel zelfvoorzienend was, blijft de stijgende consumptie, vooral van energie, het van bepaalde invoer afhankelijk maken. De energieconsumptie per hoofd van de bevolking is ongeveer 7,8 ton olie-equivalent per jaar, na Canada de op acht na hoogste ter wereld. Het leidt alle naties in de productie van vloeibaar aardgas, aluminium, zwavel, fosfaten en zout. Het is ook een belangrijke producent van koper, goud, steenkool, ruwe olie, stikstof, ijzererts, zilver, uranium, lood, zink, mica, molybdeen en magnesium. Hoewel de output is gedaald, zijn de Verenigde Staten wereldleider in de productie van ruwijzer en ijzerlegeringen, staal, motorvoertuigen en synthetisch rubber.

De belangrijkste exportproducten van de VS zijn motorvoertuigen, vliegtuigen, voedsel, ijzer en staalproducten, elektronische apparatuur, industriële en energiegenererende machines, chemische producten en consumptiegoederen. Belangrijke invoerproducten zijn onder andere ertsen en metaalschroot, aardolie en aardolieproducten, machines, vervoersapparatuur (vooral auto's) en kantoorproducten. De belangrijkste handelspartners van de VS zijn Canada (de grootste tweezijdige handelsverhouding van de wereld), Mexico, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Korea en Duitsland. Het volume van de handel is gestaag gestegen. Het bruto binnenlands product is blijven toenemen, in 2016 bedroeg het 19.970 miljard dollar en hiermee het op een na grootste ter wereld.[3] De ontwikkeling van de economie is aangespoord door de groei van een complex communicatienetwerk. Dit bestaat niet alleen uit spoorwegen, wegen, binnenwateren en luchtvaart maar ook telefoon, radio, televisie, computer (waaronder internet) en de faxmachine. Deze infrastructuur heeft niet alleen de landbouw bevorderd en de productiegroei verhoogd, maar ook bijgedragen aan de toerisme-inkomsten en de verschuiving naar een op diensten gebaseerde economie. In 1996 werkte ongeveer 74% van Amerikanen in de dienstensector. Onder landen met een ontwikkelde economie is dit bijna het hoogste percentage: alleen Canada heeft percentueel een grotere dienstensector.

Er is een groot verschil in de economische status van de verschillende bevolkingsgroepen. Blanke en Aziatische gezinnen (exclusief Hispanics) verdienen gemiddeld zo'n anderhalf tot twee keer zo veel als zwarte of Hispanic-gezinnen.[4] De kloof tussen arm en rijk lijkt groter te worden: bij de 25% armen daalde het inkomen tussen 1979 en 1995 met 9%, terwijl dat van de rijkste 25% met 26% steeg.

De Verenigde Staten hebben de grootste absolute staatsschuld ter wereld. Op 13 november 2008 bedroeg de staatsschuld $10.579 miljard (€8.426 miljard).[1][5] De staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product was in 2016 76,50% (positie 43).[6]

Geschiedenis

De economische geschiedenis van de Verenigde Staten begon toen de Europeanen zich in de 16de en 17de eeuw in de VS vestigden. De Amerikaanse kolonies waren in het begin een kleine, onafhankelijke landbouweconomie, in 1776 werden die koloniën de Verenigde Staten van Amerika. Na 230 jaar was de Verenigde Staten uitgegroeid tot een grote, geïndustrialiseerde economie die goed was voor meer dan een kwart van de wereldeconomie. De belangrijkste oorzaken waren een grote eengemaakte markt, een ondersteunend politiek-juridische systeem, uitgestrekte gebieden van zeer productieve landbouwgebieden, enorme natuurlijke rijkdommen (met name hout, kolen en olie), en een ondernemende geest en de betrokkenheid bij het investeren in materieel en menselijk kapitaal.

Na de Grote Depressie

In de tijden na de Grote Depressie in de jaren dertig van de 20e eeuw werden hoge werkloosheid, recessieperioden en tijden van een zich langzaam herstellende economie gezien als de grootste economische problemen. Maar wanneer problemen het grootst waren probeerde de Amerikaanse overheid de economie te verstevigen door of heel veel geld uit te geven of juist de belastingen heel erg te verlagen, zodat de consumenten meer geld uit gingen geven en door het bevorderen van de snelle groei van de geldhoeveelheid, waardoor zowel consumenten als bedrijven aangemoedigd werden om meer geld uit te geven. In de jaren zeventig stond de Amerikaanse economie zwaar onder druk door de Vietnamoorlog en een hoge inflatie. Het gevolg daarvan was dat de regeringsleiders samen hebben besloten tot een betere beheersing van de inflatie, het beperken van de uitgaven. Ook werd de belasting niet verlaagd en werd een maximum op het te creëren bedrag aan geld gesteld.

De dollar

De (Amerikaanse) dollar is het officiële betaalmiddel in de VS. Tevens is het de meest gebruikte munteenheid in de internationale handel. Bovendien is bijvoorbeeld de olie- en goudprijs in dollars. Hoewel de dollar de munteenheid van de enige overgebleven supermacht is en dus voor een ontzettend sterke munteenheid gehouden wordt, levert hij de laatste tijd zeer veel in op de Europese euro en Chinese renminbi. Vanwege de lage dollarkoers is exporteren voor bedrijven die in de VS gevestigd zijn of hun hoofdkantoor in de VS hebben en dus in dollars handelen, zeer gunstig. Voor bedrijven die exporteren naar de VS is dit echter ongunstig omdat het voor Amerikaanse bedrijven duur wordt om in te kopen in andere valuta.

De staatsschuld

De Verenigde Staten hebben de grootste absolute staatsschuld ter wereld. Op 30 september 2019 had het land een schuld van $22.719 miljard. In 2017 was de staatsschuld 78,8% van het bruto binnenlands product (nummer 36 op wereldranglijst).[7] De staatsschuld is vanaf 2000 ieder jaar opgelopen vooral als een gevolg van het begrotingstekort. De Verenigde Staten financieren het begrotingstekort door obligaties uit te geven die door de Amerikanen en ook buitenlanders, zoals de Volksrepubliek China, worden gekocht.

Tussen januari 2009 en januari 2017, de regeerperiode van Barack Obama, is de staatsschuld verdubbeld. Onder zijn leiding is er meer aan de de staatsschuld toegevoegd dan door alle voorgaande presidenten gezamenlijk.[8] Deze stijging was ook het gevolg van de kredietcrisis, ontstaan tijdens de regeerperiode van zijn voorganger George W. Bush, die tot hoge overheidsuitgaven hebben geleid in de jaren erna. In de tabel hieronder staat de staatsschuld per 30 september van het betreffende jaar, tot deze datum loopt een Amerikaans begrotingsjaar.

Jaar[9] Staatsschuld
(x US$ miljard)
2000 5674
2001 5807
2002 6228
2003 6783
2004 7379
2005 7933
2006 8507
2007 9008
2008 10.025
2009 11.910
Jaar Staatsschuld
(x US$ miljard)
2010 13.562
2011 14.790
2012 16.066
2013 16.738
2014 17.824
2015 18.151
2016 19.573
2017 20.245
2018 21.516
2019 22.719

Negatieve handelsbalans

In de Verenigde Staten wordt al jaren veel meer geïmporteerd dan er geëxporteerd wordt, dit is een stelselmatige verzwakking van de Amerikaanse economie. De negatieve handelsbalans is vooral te wijten aan de import van olie/energie.

Energievoorziening

De VS produceerde 1920 miljoen ton olie equivalent (Mtoe) in 2016. (1 Mtoe = 11,63 TWh, miljard kilowattuur.) De energiebronnen waren kolen 18%, olie en gas 62%, kernenergie 11%, biomassa en afval 5%, waterkracht 1%, overig duurzaam 2%. Dat was niet genoeg voor de energievoorziening, het TPES (total primary energy supply): 2170 Mtoe. Het land importeerde 266 Mtoe fossiele brandstof meer dan het exporteerde.

Van de energie ging 30% verloren bij conversie, vooral bij elektriciteitsopwekking uit kolen en gas. 2% werd gebruikt voor niet-energetische producten zoals smeermiddelen, asfalt en petrochemicaliën. Voor eindgebruikers resteerde 1380 Mtoe waarvan 327 Mtoe = 3800 TWh elektriciteit.[10]

De uitstoot van kooldioxide was 4800 megaton, dat is 15 ton per persoon,[11] veel meer dan het wereldgemiddelde 4,4 ton per persoon.

In de periode 2012-2016 steeg het eindgebruik 5%. Oliewinning groeide 37% door fracken, zie Schalie-olie. Zonne- en windstroom groeiden met 83%.[12] Energie experts verwachten dat deze bron veel fossiele energie kan vervangen.[13]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.