Sojaboon

De sojaboon is een peulvrucht, afkomstig van de sojaplant (Glycine max), die als grondstof voor veel sojaproducten wordt gebruikt. Soja bevat 19% vet en 35% eiwit. Sojaolie is, na palmolie, de meest geconsumeerde plantaardige olie wereldwijd.[1]

Sojaboon
Sojabonen
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Fabales
Familie:Leguminosae (Vlinderbloemenfamilie)
Onderfamilie:Papilionoideae
Geslacht:Glycine
Soort
Glycine max
(L.) Merr.
Basioniem
Phaseolus max
Afbeeldingen Sojaboon op Wikimedia Commons
Sojaboon op Wikispecies
Portaal    Biologie

Gecultiveerde sojabonen zijn meestal geel, maar er bestaan ook zwarte, bruine en groene rassen.[2]

Geschiedenis

Illustratie van een sojaboon, afkomstig uit de landbouw-encyclopedie Seikei Zusetsu (1804)

De sojaboon komt oorspronkelijk uit het Verre Oosten. [3] Daar is de soort al duizenden jaren (de vroegste datering stamt het jaar 2838 voor Christus, volgens het boek van 'Ben cao gang mu 本草纲目', geschreven in 1578 op basis van het boek Shennong ben cao jing van Shennong) een belangrijk bestanddeel van het voedselpakket en werd in het Chinese keizerrijk zelfs beschouwd als een van de vijf heilige gewassen, naast rijst, tarwe, gerst en gierst.

Bestanddelen

Soja bevat lecithine. Dit is een stof die cholesterol in oplossing houdt (een zogenoemde emulgator). Hierdoor kan het hart- en vaatklachten verminderen. Ook bevat soja een grote hoeveelheid eiwitten. Hierdoor kan men bij overdadig sojagebruik dezelfde klachten krijgen als bij overdadig vleesgebruik. Soja bevat ook het eiwit de Bowman-Birk Inhibitor. Dit eiwit staat bekend om zijn positieve, anti-carcinogene en ontstekingsremmende werking. Soja bevat ook vet en net als andere peulvruchten de giftige stof lectine. De consumptie van rauwe, kort geblancheerde of te kort gekookte, verse bonen als snack of bijgerecht kan daardoor leiden tot buikklachten, koorts en diarree en schade aanrichten aan de darmen en nieren. [4]

Verwerking

Het proces van verwerking van de sojaboon begint met het verwijderen van de hullen (5% van het totale gewicht van de verse sojaboon) die gebruikt worden als ingrediënt in diervoeding. De gepelde bonen worden dan fijngestampt, de olie (ongeveer 19-20% van het gewicht van de sojaboon) wordt geëxtraheerd met behulp van organische oplosmiddelen. Het sojaschroot dat achterblijft na het verwijderen van de organische oplosmiddelen wordt direct vermalen tot sojameel. Dat meel dient als eiwitrijke grondstof voor voornamelijk veevoeder, maar ook voor producten voor menselijke consumptie.

Gebruik

In Oost- en Zuidoost-Azië wordt de sojaboon grotendeels voor menselijke consumptie gebruikt, onder meer in de vorm van tofoe, tempé, sojasaus, sojamelk en sojaolie. In de westelijke wereld wordt het gewas hoofdzakelijk gebruikt voor de productie van plantaardige olie en veevoeder. De meeste soja, zo'n 90% van de Nederlandse invoer, wordt gebruikt voor veevoer. Voor één kilo vlees (eiwit) is zo'n twee tot vijf kilo voer nodig. Het voer bestaat uit 10 tot 20% sojaschroot, een bijproduct uit de olieraffinage uit soja. Nederland is na China de grootste importeur van soja ter wereld. Vanuit Nederland wordt een groot deel van de Noordwest-Europese intensieve veehouderij (kippen, varkens, kalveren) van veevoer voorzien.

Productie

Kaart van de landen met de grootste sojaproductie
Ras Adsoy

Tot 1995 waren de Verenigde Staten de belangrijkste producent en exporteur van soja. Sinds 1995 breidt het soja-areaal in Zuid-Amerika zich sterk uit. Dit brengt ernstige sociale en milieuproblemen met zich mee, zoals werkloosheid, verminderde voedselzekerheid, onteigening van land, aantasting van natuurreservaten, ontbossing, erosie en watervervuiling door landbouwchemicaliën.[5] Ook in Europa wordt soja geteeld, vooral in het Donaubekken en in Oekraïne. In Nederland wordt geëxperimenteerd met vroege rassen, zoals Adsoy. Het zaaizaad moet geïnoculeerd worden met de stikstofbindende bacterie Bradyrhizobium japonicum, omdat deze in Nederland niet in de grond voorkomt. De gemiddelde opbrengst in Nederland is ongeveer 3000 kg per ha.

Genetische modificatie (GGO)

Daarnaast is de sojaboon vaak in opspraak vanwege genetische modificatie. Om die reden gebruiken Europese fabrikanten nauwelijks meer sojaolie in voedingsmiddelen. Veevoer bevat echter wel hoge percentages genetisch gemodificeerde soja. Producten met het EKO-keurmerk voor menselijke consumptie bevatten geen genetische gemodificeerde soja. De niet-gemodificeerde sojabonen worden voor een groot deel geïmporteerd uit Brazilië. Gemodificeerde soja komt voornamelijk uit Argentinië.

Onderzoek wijst uit dat genetisch gemodificeerde gewassen zorgen voor hogere opbrengsten dan conventionele gewassen.[6][7] Eerder had het blad The Independent geschreven dat uit onderzoek van de universiteiten van Nebraska en Kansas het omgekeerde zou blijken.[8] Barney Gordon, uitvoerder van dat onderzoek, reageerde dat die conclusie niet uit zijn onderzoek getrokken kon worden en noemde het artikel van The Independent "een goed voorbeeld van onverantwoorde journalistiek".[9] Monsanto zette de foute interpretatie van de onderzoeksgegevens vervolgens uiteen.[10]

Allergie

Sommige mensen kunnen allergisch reageren op de eiwitten in soja. Dit kan zich onder meer uiten in orale allergie (jeuk in de mond), urticaria (bulten), roodheid en/of jeuk van de huid, die optreedt binnen een uur na consumeren van de bonen. Zeer uitzonderlijk kan een gevaarlijker reactie optreden, namelijk een anafylactische shock, die onmiddellijke medische behandeling vereist. Bij baby's kan soja-allergie zich uiten in de vorm van eczeem.

Gezondheid

  • Synthetische endocriene verstoorders zoals pesticiden en plastic worden meer en meer als gevaarlijk gezien, maar soja wordt juist als gezond op de markt gebracht, terwijl isoflavonen dezelfde effecten hebben als de synthetische endocriene verstoorders. Voor een typische consument zal soja niet zoveel doen, maar zwangeren en kleine kinderen zouden moeten oppassen.[11]
  • In 2008 kwam er een onderzoek uit dat zou aantonen dat als een man elke dag sojamelk dronk, zijn zaadcellenproductie werd verminderd:[12]
  • In 2012 kwam er een onderzoek uit dat zou aantonen dat sojapoedermelk bij baby's de kans op verworven niet ingedaalde zaadballen verhoogt.[13]
  • In 2012 kwam er nog een onderzoek uit dat zou aantonen dat sojapoedermelk bij baby's samenhang heeft met niet ingedaalde zaadballetjes.[14]
  • Jurgen Scheppen, onderzoeker afdeling maag-lever-darm ziekten bij het AMC noemt dat er een mogelijk verband met soja en verlaagde vruchtbaarheid kan zijn.[15]
  • In 2014 kwam er een onderzoek uit dat zou aantonen dat sojaproducten als sojamelk mogelijk samenhangen met een verlaagde kans op zwangerschap.[16]
  • Risico geboorteafwijking zwangerschap: verhoogde kans op jongen met geslachtsafwijking. Het nemen van een grote hoeveelheid sojaproducten als sojamelk tijdens de zwangerschap zou gevaarlijk kunnen zijn en de kans verhogen op een jongen met niet ingedaalde zaadballen. Vanwege de fyto-oestrogenen, waardoor er mogelijk een verstoring van de aanmaak van testosteron en dus ook de ontwikkeling van de mannelijke foetus is. Universitair Ziekenhuis Gent heeft onderzoek naar dit verband verricht.[17]
  • EFSA (European Food Safety Authority) adviseert het aantal fyto-oestrogenen in sojapoedermelk voor baby's zo laag mogelijk te houden.[18][19]
  • Het gebruik door zwangere vrouwen levert een verhoging van het risico op hypospadie.[17][20]
Zie de categorie Glycine max van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.