Klasse van de elzenbroekbossen

De klasse van de elzenbroekbossen (Alnetea glutinosae) is een klasse van bosgemeenschappen die voorkomt op zeer natte standplaatsen in beekdalen en laagveengebieden, en gedomineerd wordt door zwarte els en zeggen.

Klasse van de elzenbroekbossen
Klasse van de elzenbroekbossen met o.a. zwarte els
Syntaxonomische indeling
Klasse
Alnetea glutinosae
Braun-Blanq. & Tx. ex V.Westh., Dijk & Passchier, 1946

De klasse telt één onderliggende orde.

Naamgeving, etymologie en codering

  • Synoniemen: Alnetea glutinosae Braun-Blanq. & Tüxen 1943 nom. nud., Carici-Alnetea glutinosae H.Passarge & Hofmann 1968 nom. illeg., Franguletea Doing ex V.Westh. & den Held 1969, Carici-Salicetea cinereae H.Passarge & Hofmann 1968
  • Duits: Erlenbrüche und Grauweidengebüsche, Grauweiden-Gebüsche und Schwarzerlen-Bruchwälder
  • Engels: Alder swamp woods
  • Syntaxoncode (Nederland): 39

De naam Alnetea glutinosae is afgeleid van de wetenschappelijke naam van de belangrijkste kensoort van deze klasse, de zwarte els (Alnus glutinosa).

Kenmerken

Algemeen

De klasse van de elzenbroekbossen omvat plantengemeenschappen van zeer natte standplaatsen op veenbodems, die in de winter blank staan en in de zomer enkel oppervlakkig uitdrogen. De bodem vertoont veel microreliëf met hogere plaatsen rond de elzenstobben, afgewisseld met laagtes waarin heel het jaar door water blijft staan.

Elzenbroekbossen komen van nature voor in beekdalen en vormen daar het eindstadium van de natuurlijke successie. Op drijftillen in laagveengebieden evolueren ze door het verzuren van de bodem meestal verder naar berkenbroekbossen. Ze kunnen ook ontstaan door gebrek aan beheer in natte hooilanden en rietlanden, in oude visvijvers en andere ondiepe open waters die door gebrek aan beheer verlanden.

Structuur

Deze klasse wordt in de Lage Landen gekenmerkt door een matig open tot dichte bosvegetatie met een soortenarme boomlaag die 10 tot 20 m hoog wordt. Vooral de zwarte els is in deze klasse een veel voorkomende soort, soms zelfs de enige boom die zich in dergelijk milieu kan handhaven.De struiklaag is meestal slechts pleksgewijs ontwikkeld op plaatsen waar de bodem iets droger blijft.

De kruidlaag is meestal goed ontwikkeld maar weinig specifiek, ze omvat soorten die ook in moerasruigten en rietlanden worden aangetroffen. Grassen en grasachtige planten, vooral de zeggen, zijn dominant.

In de moslaag spelen veenmossoorten een belangrijke rol, maar het gewoon sterrenmos is de meest voorkomende mossoort.

Onderverdeling

De klasse van de elzenbroekbossen heeft als vertegenwoordigers in België en Nederland:

Soortensamenstelling

Zwarte els
Hennegras

Deze klasse heeft voor België en Nederland als belangrijkste ken- en begeleidende soorten:

Boomlaag
Kensoort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam
kK 100% Zwarte els Alnus glutinosa
Struiklaag

Geen kensoorten.

Kruidlaag
Kensoort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam
kK 50%>80% Hennegras Calamagrostis canescens
Moslaag

Geen kensoorten.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.