Moerasvaren-elzenbroek

Het moerasvaren-elzenbroek (Thelypterido-Alnetum) is een associatie uit de klasse van de elzenbroekbossen, een bostype dat voorkomt op drijftillen en in afgesloten meanders, met overwegend zwarte els, moerasvaren, zegges en veenmossen.

Moerasvaren-elzenbroek
Moerasvaren-elzenbroek met o.a. zwarte els
Syntaxonomische indeling
Klasse:Alnetea glutinosae (Klasse van de elzenbroekbossen)
Orde:Alnetalia glutinosae
Verbond:Alnion glutinosae (Verbond van de elzenbroekbossen)
Associatie
Thelypterido-Alnetum
Klika, 1940

Naamgeving, etymologie en codering

De naam Thelypterido-Alnetum is afgeleid van de wetenschappelijke namen van twee kensoorten, de moerasvaren (Thelypteris palustris) en de zwarte els (Alnus glutinosa).

Kenmerken

Het moerasvaren-elzenbroek is een bostype van natte standplaatsen op een venige bodem, die meestal bestaat uit een drijvende mat van wortels en organisch materiaal. De grondwatertafel daalt slechts bij uitzondering meer dan 20 cm onder het maaiveld.

De associatie is te vinden op drijftillen en op de oevers van plassen en drassige plaatsen in laagveengebieden en in afgesneden beekmeanders.

Moerasvaren-elzenbroeken ontstaan spontaan uit struwelen van de klasse van de wilgenbroekstruwelen of rechtstreeks uit vegetaties van de riet-klasse. Ze evolueren naargelang van de dikte van de drijftil verder naar elzenzegge-elzenbroeken, als er contact met de minerale bodem ontstaat, of naar zompzegge-berkenbroeken.

Structuur

Door de onstabiele bodem blijft de vegetatie tamelijk laag. De boomlaag wordt ten hoogste 12 m hoog en bestaat praktisch volledig uit zwarte els, later aangevuld met zachte berk. De struiklaag varieert, ze kan plaatselijk zeer dicht zijn en op andere plaatsen ontbreken.

De kruidlaag wordt meestal gedomineerd door zeggen, maar kan eveneens zeer bloemenrijk zijn.

De moslaag is aanwezig en bestaat uit veenmossen en andere bladmossen.

Onderverdeling

In moerasvaren-elzenbroeken worden in Nederland twee sub-associaties onderscheiden.

Sub-associatie typicum

De 'typische' subassociatie zoals hieronder beschreven. Syntaxoncode voor Nederland is 39Aa1a.

Sub-associatie sphagnetosum

Een sub-associatie met een hogere abundantie van veenmossen (Sphagnum sp.) zoals gewoon veenmos, haakveenmos en gewimperd veenmos, die voorkomt op plaatsen waar de pH onder 5.0 daalt. Syntaxoncode voor Nederland is 39Aa1b.

Sub-associatie caricetosum ripariae

Een sub-associatie van de rand van drijftillen waarin, door contact met voedselrijk grondwater, weinig mossen maar meer grauwe wilg en oeverzegge (Carex riparia) groeit. Syntaxoncode voor Nederland is 39Aa1c.

Soortensamenstelling

De associatie heeft slechts één specifieke kensoort, de moerasvaren. Het moerasvaren-elzenbroek heeft weinig soorten gemeen met bossen van drogere bodems, enkel de smalle en brede stekelvaren zijn gemeenschappelijk. De meeste soorten uit de kruidlaag zijn typische moerasplanten, zoals hennegras, gele lis, riet, melkeppe en grote kattenstaart.

Differentiërend tegenover het verwante elzenzegge-elzenbroek zijn riet, pluimzegge, moeraswederik en oeverzegge en mossen als het haakveenmos en gewoon kantmos.

De voor Nederland belangrijkste ken- en begeleidende soorten zijn:

Zwarte els
Moerasvaren
Hennegras
Bitterzoet
Gele lis
Gewoon sterrenmos
Fijn snavelmos
Boomlaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
kK 100% Zwarte els Alnus glutinosa
Struiklaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
> 40% Grauwe wilg Salix cinerea
> 30% Wilde lijsterbes Sorbus aucuparia
> 20% Geoorde × grauwe wilg Salix ×multinervis
< 10% Zwarte bes Ribes nigrum
Kruidlaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
kA > 80% Moerasvaren Thelypteris palustris
kK > 70% Hennegras Calamagrostis canescens
> 80% Bitterzoet Solanum dulcamara
> 60% Gele lis Iris pseudacorus
dA > 50% Riet Phragmites australis
> 50% Melkeppe Peucedanum palustre
dA > 50% Pluimzegge Carex paniculata
> 50% Grote kattenstaart Lythrum salicaria
> 40% Grote wederik Lysimachia vulgaris
> 40% Smalle stekelvaren Dryopteris carthusiana
dA > 40% Moeraswederik Lysimachia thyrsiflora
dA > 40% Oeverzegge Carex riparia
> 40% Moeraszegge Carex acutiformis
> 30% Brede stekelvaren Dryopteris dilatata
> 30% Gewone braam Rubus fruticosus
> 30% Kale jonker Cirsium palustre
> 30% Haagwinde Convolvulus sepium
> 30% Moeraswalstro Galium palustre
> 30% Koninginnekruid Eupatorium cannabinum
> 30% Wolfspoot Lycopus europaeus
> 20% Watermunt Mentha aquatica
Moslaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Opmerking
> 80% Gewoon sterrenmos Mnium hornum
> 60% Fijn snavelmos Eurhynchium praelongum
> 50% Gewoon dikkopmos Brachythecium rutabulum
> 40% Gewoon puntmos Calliergonella cuspidata
dA > 40% Haakveenmos Sphagnum squarrosum
dA > 30% Gewoon kantmos Lophocolea bidentata
> 30% Gewimperd veenmos Sphagnum fimbriatum
> 30% Glanzend platmos Plagiothecium denticulatum
dA > 30% Gedrongen kantmos Lophocolea heterophylla
dA > 20% Moerasbuidelmos Calypogeia fissa
dA Lippenmos Chiloscyphus polyanthos

Verspreiding en voorkomen

Het moerasvaren-elzenbroek is in verspreiding in hoofdzaak beperkt tot Nederland, met voorbeelden in Groot-Brittannië, Noord-Duitsland, Polen en Tsjechië.

In Nederland komt ze nagenoeg alleen voor in het Laagveendistrict, daarbuiten enkel in afgesneden beek- en riviermeanders.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.