掛ける

Japans
Uitspraak
  • IPA: \ka.ke.ɾɯ\, [ka̠ke̞ɾɯ̟ᵝ]

Werkwoord

掛ける

  1. overgankelijk hangen, hijsen
  2. overgankelijk bedekken
  3. overgankelijk grijpen, pakken
  4. overgankelijk vangen
  5. overgankelijk strikken
  6. overgankelijk opzetten (tent, schuur, enz.)
  7. overgankelijk een voorwerp gebruiken
  1. «ドレスにブラシを掛ける»
    een kleed afborstelen
  1. «シャツにアイロンを掛ける»
    een hemd strijken
  2. overgankelijk dragen (bril, stropdas)
  3. overgankelijk bedriegen, belazeren
  4. overgankelijk veroorzaken, aandoen
  1. «親に随分苦労を掛けた。»
    Ik heb mijn ouders veel leed aangedaan.
  2. overgankelijk iemand iets zeggen
  1. «先生は生徒たちに号令を掛けた。»
    De leraar gaf de leerlingen een opdracht.
  2. overgankelijk vermenigvuldigen
Schrijfwijzen
Kanji Kana Romaji
 掛ける  かける kakeru
Verwante begrippen
  1. 掛かる (onovergankelijk) hangen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.