dragen
Nederlands
![](../I/m/Scouts_dragen_de_kransen_naar_het_Nationaal_Monument..jpg)
[1] het dragen van een bloemenkrans
![](../I/m/Zonnebril_dragen_bij_zonnig_weer_tijdens_bevrijdingsfestival_Brielle.jpg)
[2] vrouw draagt zonnebril
Woordafbreking
- dra·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ondersteunen, bij zich hebben, aan hebben’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dragen 'dra.ɣə(n) |
droeg drux |
gedragen ɣə'dra.ɣə(n) |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
dragen
- overgankelijk al van de vloer houdend vervoeren
- Hij droeg de slapende baby naar zijn bedje.
- overgankelijk een kledingstuk of sieraad aanhebben
- Zij droeg een prachtige lichtblauwe jurk en een halsketting met diamanten.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. al van de vloer houdend vervoeren
2. een kledingstuk of sieraad aanhebben
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
Gangbaarheid
- Het woord dragen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dragen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.