неделя

Niet te verwarren met: воскресенье

Bulgaars

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • не·де·ля
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord неделя недели
bepaalde vorm неделята неделите

Zelfstandig naamwoord

неделя v

  1. een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt: (tijdrekening), (dag) zondag
  1. «Неделя е вторият ден от уикенда.»
    Zondag is de tweede dag van het weekend.
  2. tijdseenheid van 7 dagen, meestal beginnend op maandag of zondag: (tijdrekening), (eenheid) week
  1. «Миналата седмица
    Verleden week.
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: nedélja
Synoniemen
  • седмица

Verwijzingen


Dagen in het Bulgaars
понеделник
maandag
вторник
dinsdag
сряда
woensdag
четвъртък
donderdag
петък
vrijdag
събота
zaterdag
неделя
zondag

Russisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • не·де́·ля
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudrussische нєдѣл (‎nedělja, zondag), equivalent van не ‎(ne) + де́лая ‎(délaja, “niet werkend”), gebruikt oorspronkelijk te betekenen zondag - de dag van rust of rustdag (Oudkerkslavische недѣлꙗ‎(nedělja, “niets doend”))
enkelvoud meervoud
nominatief неде́лянеде́ли
genitief неде́линеде́ль
datief неде́ленеде́лям
accusatief неде́люнеде́ли
instrumentalis неде́лей
неде́лею
неде́лями
locatief неде́ленеде́лях

Zelfstandig naamwoord

неделя v

  1. een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt: (tijdrekening), (dag) zondag
  1. «На прошлой неделе
    Verleden zondag.
  2. tijdseenheid van 7 dagen, meestal beginnend op maandag of zondag: (tijdrekening), (eenheid) week
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: nedélja
Afgeleide begrippen
  • неде́льный


Dagen in het Russisch
понедельник
maandag
вторник
dinsdag
среда
woensdag
четверг
donderdag
пятница
vrijdag
суббота
zaterdag
воскресенье
zondag
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.