четверг

Russisch

enkelvoud meervoud
nominatief четве́ргчетверги́
genitief четверга́четверго́в
datief четвергу́четверга́м
accusatief четве́ргчетверги́
instrumentalis четверго́мчетверга́ми
locatief о четверге́о четверга́х
Uitspraak
Woordafbreking
  • чет-ве́рг

Zelfstandig naamwoord

четверг m

  1. donderdag
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: četvérg


Dagen in het Russisch
понедельник
maandag
вторник
dinsdag
среда
woensdag
четверг
donderdag
пятница
vrijdag
суббота
zaterdag
воскресенье
zondag
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.