zonnebloem
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zonnebloem (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈzɔnəˌblum/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈzɔnəˌblum/
Woordafbreking
- zon·ne·bloem
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1581 [1]
- samenstelling van zon en bloem met het invoegsel -e- en medeklinkerverdubbeling (regel 2.B).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonnebloem | zonnebloemen |
verkleinwoord | zonnebloempje | zonnebloempjes |
Zelfstandig naamwoord
zonnebloem v/m
- (plantkunde) Helianthus annuus
, een tot 3 meter hoge plant met een grote gele bloem
- Zij probeerden zo hoog mogelijke zonnebloemen te kweken.
Hyponiemen
- voorjaarszonnebloem, weegbreezonnebloem
Vertalingen
1. Helianthus annuus, een tot 3 meter hoge plant met een grote gele bloem
|
|
Gangbaarheid
- Het woord zonnebloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zonnebloem' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Papiamento
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Nederlandse zonnebloem.
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
zonnebloem | zonnebloemnan |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.