zonnebloem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zonnebloem    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈzɔnəˌblum/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈzɔnəˌblum/
Woordafbreking
  • zon·ne·bloem
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1581 [1]
  • samenstelling van  zon   en  bloem   met het invoegsel -e- en medeklinkerverdubbeling (regel 2.B).
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnebloem zonnebloemen
verkleinwoord zonnebloempje zonnebloempjes

Zelfstandig naamwoord

zonnebloem v/m

  1. (plantkunde) Helianthus annuus , een tot 3 meter hoge plant met een grote gele bloem
    • Zij probeerden zo hoog mogelijke zonnebloemen te kweken. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zonnebloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Papiamento

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud of
impliciet meervoud
expliciet meervoud
  zonnebloem     zonnebloemnan  

Zelfstandig naamwoord

zonnebloem

  1. (plantkunde) zonnebloem
Schrijfwijzen
  • Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: zòneblum.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.