wolfskers
Nederlands
Woordafbreking
- wolfs·kers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wolf en kers met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wolfskers | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
wolfskers v / m [2]
- (plantkunde) (medisch) Atropa belladonna
plant waarvan vooral de bessen zeer giftig zijn die echter in geringe dosering medische toepassingen heeft
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wolfskers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wolfskers' herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.