wederrechtelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·der·rech·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onrechtmatig’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
  • Samenstellende afleiding van weder en recht met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen wederrechtelijkwederrechtelijkerwederrechtelijkst
verbogen wederrechtelijkewederrechtelijkerewederrechtelijkste
partitief wederrechtelijkswederrechtelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

wederrechtelijk [3]

  1. (juridisch) in strijd met het recht
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • wederrechtelijkheid
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord wederrechtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.