wederrechtelijk
Nederlands
Woordafbreking
- we·der·rech·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onrechtmatig’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
- Samenstellende afleiding van weder en recht met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wederrechtelijk | wederrechtelijker | wederrechtelijkst |
verbogen | wederrechtelijke | wederrechtelijkere | wederrechtelijkste |
partitief | wederrechtelijks | wederrechtelijkers | - |
Afgeleide begrippen
- wederrechtelijkheid
Gangbaarheid
- Het woord wederrechtelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wederrechtelijk' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "wederrechtelijk" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- wederrechtelijk op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.