vraagteken
Nederlands
Woordafbreking
- vraag·te·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vraag en teken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vraagteken | vraagtekens |
verkleinwoord | vraagtekentje | vraagtekentjes |
Zelfstandig naamwoord
vraagteken o
- (taalkunde) een leesteken (?) dat men aan het eind van een zin plaatst om deze vragend te maken
- Hij snapte die opdracht niet, dus zette hij er een paar vraagtekens bij.
- twijfels hebben bij
- Hij zette vraagtekens bij de verklaring van de getuige.
- In totaal zijn 25 politici aangeklaagd in Catalonië. De bekendste van deze groep, Carles Puigdemont, liet het Catalaanse Parlement de onafhankelijkheid van Catalonië uitroepen. Zondag is hij in en door Duitsland op Spaans bevel gearresteerd. Juridisch klopt dit misschien wel, maar er zijn vraagtekens. [1]
Vertalingen
1. een leesteken (?) dat men aan het eind van een zin plaatst om deze vragend te maken
Gangbaarheid
- Het woord vraagteken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vraagteken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Trouw Sylvain Ephimenco– 7:09, 29 maart 2018 Ook Rusland is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.