voorzaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·zaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorzaat voorzaten
verkleinwoord voorzaatje voorzaatjes

Zelfstandig naamwoord

voorzaat m

  1. (familie) persoon waar men van afstamt
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorzaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
34 %van de Nederlanders;
39 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.