voorzaten
Nederlands
Woordafbreking
- voor·za·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorzitten |
voorzaten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorzitten
- ...dat wij voorzaten.
- ...dat jullie voorzaten.
- ...dat zij voorzaten.
- ...dat wij voorzaten.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.