puttingijzer
Puttingijzers die door de wantrust heensteken, de ogen erboven en de bevestinging aan boord eronder.
Nederlands
Woordafbreking
- put·ting·ij·zer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van putting en ijzer
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | puttingijzer | puttingijzers |
| verkleinwoord | puttingijzertje | puttingijzertjes |
Zelfstandig naamwoord
puttingijzer o
- (scheepvaart) een zware uitvoering van een putting, een stevig aan het boord verankerde ijzeren strip, die voorzien is van een oog waaraan de wantstagen zijn bevestigd
- Op klassieke schepen zijn de puttingijzers ook wel buitenboord aangebracht op een brede klamp die men "wantrust" noemt.
Synoniemen
- putting, rustijzer
Hyperoniemen
- scheepsbeslag
Afgeleide begrippen
- puttingwant
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'puttingijzer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.