ride
Nederlands
Woordafbreking
- ride
Zelfstandig naamwoord
ride m
- (alleen in vaste verbindingen) verder rijden, niet blijven parkeren
Uitdrukkingen en gezegden
- kiss-and-ride
- park-and-ride
Opmerkingen
- Op zichzelf is 'ride' geen Nederlands woord, maar het is deel van vaste verbindingen die wel tot het Nederlands behoren. Het komt ook voor in samenstellingen als freeride en joyriding die als geheel zijn ontleend.
Gangbaarheid
- Het woord 'ride' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ride' herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to ride |
he/she/it | rides |
verleden tijd | rode |
voltooid deelwoord |
ridden |
onvoltooid deelwoord |
riding |
gebiedende wijs | ride |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.