stuip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuip
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘convulsie’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stuip stuipen
verkleinwoord stuipje stuipjes

Zelfstandig naamwoord

stuip v/m

  1. (medisch) gewoonlijk meervoud: een abnormale (gesynchroniseerde) ontlading van zenuwcellen (neuronen) in de hersenen
Synoniemen
Verwante begrippen
Anagrammen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stuip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.