spuit
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
spuit v/m
- nauwe buis bedoeld om onder druk een vloeistof eruit naar buiten te laten schieten.
- Uit die spuit kwam alleen maar modder.
- voornamelijk verkleinwoord: een injectie.
- Ze hebben de hond een spuitje gegeven.
- injectiespuit
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord spuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spuit' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.