struisvogel

Paartje struisvogels met een crèche jongen (mannetje links en vrouwtje rechts).

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  struisvogel    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈstrœʏ̯sˌfoχɔɫ/, /ˈstrʌʏ̯sˌfoʊ̯χɔɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈstrœːsˌfoːɣəl/
    • (Limburg): /ˈstrœːzˌvoːɣəl/
Woordafbreking
  • struis·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord struisvogel struisvogels
verkleinwoord struisvogeltje struisvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

struisvogel m

  1. (vogels) Struthio camelus , grote loopvogel, die niet kan vliegen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord struisvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.