emoe
Nederlands
Woordafbreking
- emoe
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘loopvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1596 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emoe | emoes |
verkleinwoord | emoetje | emoetjes |
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord emoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'emoe' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.