panne

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(gedwongen oponthoud door) motorstoring’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • van het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord panne pannes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

panne v / m

  1. (techniek) pech, storing, motorpech, autopech
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord panne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.