panne
Nederlands
Woordafbreking
- pan·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘(gedwongen oponthoud door) motorstoring’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
- van het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | panne | pannes |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord panne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'panne' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.