step
Nederlands
Woordafbreking
- step
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘autoped’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1935 [1]
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘danspas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1929 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | step | steppen steps |
verkleinwoord | stepje | stepjes |
Zelfstandig naamwoord
step m
- een vooral door kinderen gebruikt vervoermiddel op twee wielen dat door het afduwen met de voet aangedreven wordt
- Hij reed met zijn vriendjes rondjes rond het huis op zijn stepje.
Vertalingen
1. een vooral door kinderen gebruikt vervoermiddel op twee wielen dat door het afduwen met de voet aangedreven wordt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
steppen |
step
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steppen
- Ik step.
- gebiedende wijs van steppen
- Step!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steppen
- Step je?
Gangbaarheid
- Het woord step staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'step' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- IPA: /stɛp/
Synoniemen
- [1] pace
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to step |
he/she/it | steps |
verleden tijd | stepped |
voltooid deelwoord |
stepped |
onvoltooid deelwoord |
stepping |
gebiedende wijs | step |
Uitspraak
- IPA: /stɛp/
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.