stap
Nederlands
Woordafbreking
- stap
Zelfstandig naamwoord
stap m
- het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan
- Door zijn stap te vergroten ging hij sneller lopen.
- een kleine beweging naar een bepaald doel
- Het is afwachten tot iemand de eerste stap zet om te komen tot vrede.
Synoniemen
- [1] pas
Afgeleide begrippen
- stapavond, Staphorst, stappenmethode, stappenplan, stappenteller, stapper, stapsgewijs
Vertalingen
1. het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan
Gangbaarheid
- Het woord stap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stap' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.