autoped
Nederlands
Woordafbreking
- au·to·ped
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘step’ voor het eerst aangetroffen in 1920 [1]
- afgeleid van het inmiddels verouderde Franse autopède [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autoped | autopeds |
verkleinwoord | autopedje | autopedjes |
Gangbaarheid
- Het woord autoped staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'autoped' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.