stelling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stellage’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Naamwoord van handeling van stellen met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stelling stellingen
verkleinwoord stellinkje stellinkjes

Zelfstandig naamwoord

stelling v

  1. (wiskunde) (filosofie) een bewering waarvan de juistheid is bewezen, een theorema
  2. een formulering van een mening, een stellingname, these
  3. (sport) (spel) de stand van stukken op een bord, een opstelling
  4. (militair) een verdedigingswerk
  5. stellage, stellingkast, magazijnstelling
  6. steiger, bouwsteiger
  7. houten omloop (galerij) rond bepaalde windmolens om de wieken te bedienen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • stellingenoorlog, stellingkast, stellingmolen, stellingname, stellingoorlog, Stellingwerf
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Een stelling bestrijden.

  • Tegenargumenten voor een stelling noemen.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.