staal
Nederlands
Woordafbreking
- staal
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- stalen (stofnaam)
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een legering van ijzer en koolstof
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stalen |
staal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stalen
- Ik staal.
- gebiedende wijs van stalen
- Staal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stalen
- Staal je?
Verwijzingen
- "staal" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- staal op website: Etymologiebank.nl
- Bron:
Tijdschrift: Het Nieuws van den dag.
Opgericht door G. L. Funke en P. van Santen.
No. 10363, Maandag 19 October 1903
4e Blad. Bladzijde 14.
Gemengd Nieuws.
Het nieuws van den dag. 19 October 1903.
Gangbaarheid
- Het woord staal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'staal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.