spuiten
Nederlands
Woordafbreking
- spui·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘met kracht naar buiten persen’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
- van Middelnederlands spoiten [2][3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spuiten |
spoot |
gespoten |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
spuiten
- overgankelijk onder druk een vloeistof snel door een nauwe opening doen uitstromen
- Hij spoot rode verf op de muur.
- ergatief het proces van snelle uitstroming van een vloeistof onder druk
- Het water spoot uit het gat in het vat.
- inergatief (informeel) heroïne gebruiken
- Hij begon met coke, maar nadat het uitraakte met zijn vriendin ging hij spuiten.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. overgankelijk: snel doen stromen
Gangbaarheid
- Het woord spuiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spuiten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.