spuitje

Nederlands

Uitspraak

(heteroniem)

Woordafbreking
  • [1] spuitĀ·je
  • [2] spuiĀ·tje

Zelfstandig naamwoord

spuitje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spuit
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spui

Gangbaarheid

  • Het woord spuitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.