spanning
Nederlands
Woordafbreking
- span·ning
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van spannen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spanning | spanningen |
verkleinwoord | spanninkje | spanninkjes |
Zelfstandig naamwoord
spanning v
- (werktuigbouwkunde) opgeslagen mechanische energie
- Er staat grote spanning op deze boog.
- een toestand van grote aandacht, meestal bij onzekerheid over de afloop van een gebeurtenis
- Tegen het eind van de wedstrijd was de spanning onder het publiek te snijden.
- (elektrotechniek) potentiële energie van elektrische aard, elektrische spanning
- Een over een thermokoppel aangelegd temperatuurverschil genereert een meetbaar spanninkje.
- (natuurkunde) druk die een gas, afhankelijk van de temperatuur, uitoefent (-> druk)
Synoniemen
- [3]: potentiaal
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- [2] angst, beklemming, benauwdheid, bezorgdheid, gespannenheid, inspanning, zielsangst
- [3] voltage
Vertalingen
2. emotionele spanning
Gangbaarheid
- Het woord spanning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spanning' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.