sonate
Nederlands
Woordafbreking
- so·na·te
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘muziekstuk voor één instrument’ voor het eerst aangetroffen in 1697 [1]
- Afkomstig van het Italiaanse sonata.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sonate | sonaten sonates |
verkleinwoord | sonatine | sonatines |
Zelfstandig naamwoord
sonate v/m
- (muziek) een muziekstuk voor één of enkele instrumenten
- Een sonate voor fluit en piano van G.F. Handel.
Hyperoniemen
- muziekwerk
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- blokfluitsonate, pianosaonate, solosonate, vioolsonate
Vertalingen
1. instrumentaal muziekstuk
Gangbaarheid
- Het woord sonate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sonate' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.