schijnheilig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schijnheilig (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /sχɛɪ̯nˈhɛɪ̯ləχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /sxɛːnˈhɛːləx/
- (Limburg): /sxɛɪ̯nˈhɛɪ̯lɪx/
Woordafbreking
- schijn·hei·lig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schijn en heilig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schijnheilig | schijnheiliger | schijnheiligst |
verbogen | schijnheilige | schijnheiligere | schijnheiligste |
partitief | schijnheiligs | schijnheiligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schijnheilig
- tegen beter weten in de schijn van goedheid of onschuld ophoudend
- Zo iets schijnheiligs zeggen is werkelijk een schandaal!
Afgeleide begrippen
- schijnheiligheid
Vertalingen
1. tegen beter weten in de schijn van goedheid of onschuld ophoudend
Gangbaarheid
- Het woord schijnheilig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schijnheilig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.