rzeczpospolita

Pools
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʐɛt͡ʂpɔsˈpɔʎita/
Woordafbreking
  • rzecz·pos·po·li·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • Een woordgroep, bestaande uit rzecz ("ding") en pospolita ("gemeen, gemeenschappelijk"). Dit is een leenvertaling van het Latijnse res publica, net als het Nederlandse gemenebest.

Zelfstandig naamwoord

rzeczpospolita m

  1. (politiek) republiek
  1. «Rzeczpospolita Polska.»
    De Republiek Polen.
  2. (politiek) gemenebest
  1. «Rzeczpospolita Obojga Narodów.»
    Het Gemenebest der Beide Volkeren (m.a.w. het Pools-Litouwse Gemenebest).
Afkorting
  • rzplita
Verbuiging

(verbogen als twee woorden)

enkelvoud meervoud
nominatief rzeczpospolitarzeczypospolite
genitief rzeczypospolitejrzeczypospolitych
datief rzeczypospolitejrzeczompospolitym
accusatief rzeczpospolitąrzeczypospolite
instrumentalis rzeczpospolitąrzeczamipospolitymi
locatief rzeczypospolitejrzeczachpospolitych
vocatief rzeczypospolitarzeczypospolite

(verbogen als één woord)

enkelvoud meervoud
nominatief rzeczpospolitarzeczpospolite
genitief rzeczpospolitejrzeczpospolitych
datief rzeczpospolitejrzeczpospolitym
accusatief rzeczpospolitąrzeczpospolite
instrumentalis rzeczpospolitąrzeczpospolitymi
locatief rzeczpospolitejrzeczpospolitych
vocatief rzeczpospolitarzeczpospolite
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.