republiek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pu·bliek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bepaalde staatsvorm’ voor het eerst aangetroffen in 1582 [1]
  • via het Franse république, van het Latijnse res publica, dat publieke zaak betekent
enkelvoud meervoud
naamwoord republiek republieken
verkleinwoord republiekje republiekjes

Zelfstandig naamwoord

republiek v

  1. staatsvorm waarbij het staatshoofd voor een aantal jaren verkozen of benoemd wordt
    • Tegenwoordig is Frankrijk een republiek. 
Hyponiemen
  • eilandrepubliek
  • graanrepubliek
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord republiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.