gemenebest
Nederlands
Woordafbreking
- ge·me·ne·best
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘republiek’ voor het eerst aangetroffen in 1624 [1]
- Een woordgroep, bestaande uit gemeen ("gemeenschappelijk") en best, dus "datgene wat het beste is voor iedereen". Dit is een leenvertaling van het Latijnse res publica, vergelijkbaar met het Duitse Gemeinwohl en het Engelse commonwealth (zij het met een deels andere betekenis).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemenebest | gemenebesten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gemenebest o
- gemeenschap van onafhankelijke landen
Vertalingen
1. gemeenschap van onafhankelijke landen
Gangbaarheid
- Het woord gemenebest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gemenebest' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.