roodborstje
Nederlands
Woordafbreking
- rood·borst·je
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zangvogel’ voor het eerst aangetroffen in 1494 [1]
- samenstelling van rood en borstje [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | roodborstje | roodborstjes |
Zelfstandig naamwoord
roodborstje o dim. tant.
- (vogels) Erithacus rubecula
, een vrij gedrongen vogeltje met opvallende bruinrode keel
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord roodborstje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'roodborstje' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.