rijp
Nederlands
Woordafbreking
- rijp
Vertalingen
1. aangevroren mist
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rijp | rijper | rijpst |
verbogen | rijpe | rijpere | rijpste |
partitief | rijps | rijpers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rijp
- tot volwassenheid gekomen zijnde
- Hij is rijp voor de tien kilometer.
- de eetbare toestand bereikt hebbend
- Alleen de rijpe vruchten zijn lekker.
Hyponiemen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord rijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rijp' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- rijp op website: Etymologiebank.nl
- rijp op website: Etymologiebank.nl
- rijp op website: Etymologiebank.nl
- "rijp" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- rijp op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.