regeren
Nederlands
Woordafbreking
- re·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘besturen’ voor het eerst aangetroffen in 1322 [1]
- afgeleid van het Franse régir (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
regeren |
regeerde |
geregeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
regeren
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- regeerakkoord, regeerder, regeerperiode, regeerprogramma, regeerwerk, regeerzucht, regering
Vertalingen
1. het uitoefenen van de politieke macht...
Gangbaarheid
- Het woord regeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'regeren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.