potlood
Nederlands
Woordafbreking
- pot·lood
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schrijfstift’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1]
- samenstelling van pot en lood , naar een voorloper van het potlood, een stift vervaardigd van lood dat in een pot gesmolten werd.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | potlood | potloden |
verkleinwoord | potloodje | potloodjes |
Zelfstandig naamwoord
potlood o
- (teken- en schrijfmateriaal) schrijfgerei met een zachte stift vervaardigd van klei en grafiet ingebed in een houten huls
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- potloodhouder, potloodlijn, potloodpunt, potloodscherper, potloodschets, potloodslijper, potloodslijpmachine, potloodstreep, potloodtekening, potloodventer
Vertalingen
1. schrijfgerei met een zachte stift vervaardigd van klei en grafiet ingebed in een houten huls
Gangbaarheid
- Het woord potlood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'potlood' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Zeeuws
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.