potlood

[1] Een potlood.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  potlood    (hulp, bestand)
  • IPA: /'pɔtlot/
Woordafbreking
  • pot·lood
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schrijfstift’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1]
  • samenstelling van  pot   en  lood   , naar een voorloper van het potlood, een stift vervaardigd van lood dat in een pot gesmolten werd.
enkelvoud meervoud
naamwoord potlood potloden
verkleinwoord potloodje potloodjes

Zelfstandig naamwoord

potlood o

  1. (teken- en schrijfmateriaal) schrijfgerei met een zachte stift vervaardigd van klei en grafiet ingebed in een houten huls
    • Deze tekening is met een potlood gemaakt. 
  1. grafiet
  2. penis
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord potlood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈpotluə̯t/
enkelvoud meervoud
naamwoord potlood potlode

Zelfstandig naamwoord

potlood

  1. potlood
Schrijfwijzen
  • potloot

Meer informatie


Zeeuws

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

potlood

  1. potlood

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.