plusquamperfectum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plus·quam·per·fec·tum
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord plusquamperfectum -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

plusquamperfectum o

  1. (taalkunde) voltooid verleden tijd
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'plusquamperfectum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Latijn

Zelfstandig naamwoord

plusquamperfectum o

  1. (grammatica) vorm van het werkwoord die in het Latijn zowel de actieve als passieve voltooid verleden tijd aangeeft
    amaverat = hij had bemind
Verwante begrippen
Verbuiging

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.