pinpas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pinpas (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈpɪmpɑs/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈpɪmpɑs/
Woordafbreking
- pin·pas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pinpas | pinpassen |
verkleinwoord | pinpasje | pinpasjes |
Zelfstandig naamwoord
pinpas m
- (financieel), (economie) betaalkaart in Nederland waarmee bedragen rechtstreeks worden afgeschreven van de bankrekening van de betaler
- Als je de code vergeten bent, kan je niet meer betalen met je pinpas.
Synoniemen
- (Nederland) bankpas, giropas
- (België) bankkaart, bancontactkaart
Afgeleide begrippen
- pinpasfraude
Vertalingen
1. betaalkaart waarmee bedragen rechtstreeks worden afgeschreven van de bankrekening van de betaler.
Gangbaarheid
- Het woord pinpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pinpas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.