betaalpas

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·taal·pas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord betaalpas betaalpassen
verkleinwoord betaalpasje betaalpasjes

Zelfstandig naamwoord

betaalpas v/m

  1. een plastic kaartje (pas) waarbij in een automaat betaald kan worden
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord betaalpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.